Examples of using "Goes" in a sentence and their dutch translations:
Ze gaat zelden uit.
Waar de naald gaat volgt de draad.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
Daar gaat hij.
Het leven gaat verder.
Wie gaat ernaartoe?
Hoe gaat het?
Daar is hij!
- Alles mag hier.
- Alles is hier toegestaan.
Hij gaat als laatste.
Daar gaat Tom.
Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.
Tom gaat vaak naar Boston.
Wie goed doet, goed ontmoet.
Als Tom gaat, dan ga ik ook.
Dit gaat daarop.
Het gaat als volgt.
Soms gaat alles fout.
- Dat spreekt vanzelf.
- Het spreekt voor zich!
Daar gaat onze bus.
Ze gaat zelden uit.
- Hij gaat naar de kleuterschool.
- Hij gaat naar de peuterspeelzaal.
Ze gaat zelden uit.
De auto loopt snel.
Welke metro gaat naar het centrum?
- Daar gaat je auto.
- Daar gaat je ritje.
Wat gaat de tijd snel.
De tijd vliegt voorbij.
De strijd gaat verder!
Tom gaat naar de kerk.
Tom gaat naar Duitsland.
Ofwel gaat Tom, ofwel ik.
Als Tom gaat, dan ga ik ook.
en in feite nooit verdwijnt.
dit bezwaar luidt als volgt:
En dit erin.
Dit gaat eromheen.
Dit gaat eromheen.
Daarna zitten we eraan vast.
Het gaat ongeveer als volgt.
Dat gaat tegen mijn geloof in.
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Niemand gaat naar mijn land.
Wat als er iets fout gaat?
Tom gaat zelden naar concerten.
- Hoogmoed komt voor de val.
- Iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende.
Paarden die haver verdienen krijgen ze niet.
Wie goed doet, goed ontmoet.
Je moet de bluts met de buil nemen.
Mijn vader gaat soms naar het buitenland.
Ze gaat naar avondschool.
Melk wordt zuur door de warmte.
Alles wat ik onderneem loopt slecht af.
Grijs past goed bij rood.
Hij gaat zelden naar de kerk.
Tom gaat vaak naar Boston.
Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.
Tom gaat nooit naar Boston.
- Hij gaat naar de middelbare school.
- Hij zit op de middelbare school.
Sami gaat naar de sportschool.