Translation of "Envelope" in Dutch

Tom sealed the envelope.

Tom verzegelde de envelop.

I need an envelope.

Ik heb een envelop nodig.

Please give me an envelope.

- Omslag, alstublieft.
- Geef me een omslag, alsjeblieft.

Stick another stamp on the envelope.

Kleef een extra postzegel op de omslag.

The letter is inside the envelope.

De brief is in de envelop.

The stamp fell off the envelope.

- De postzegel is van de envelop afgevallen.
- De postzegel viel van de envelop.

Tom handed Mary a large envelope.

Tom overhandigde Mary een grote envelop.

Put your letter in this envelope.

Zet je brief in deze envelop.

She gave me a sealed envelope.

Zij gaf me een gesloten envelop.

- You've got to write the postcode on the envelope.
- You have to write the postcode on the envelope.
- You must write the postcode on the envelope.

Je moet de postcode op de envelop schrijven.

I wrote the wrong address on the envelope.

Ik schreef het foute adres op de envelop.

I have to put a stamp on the envelope.

Ik moet een postzegel op de omslag kleven.

Tom didn't know who to give the envelope to.

Tom wist niet aan wie hij de omslag moest geven.

I need an envelope, a piece of paper, and a pencil or a pen.

Ik heb een envelop, papier en een potlood of pen nodig.