Examples of using "Doll" in a sentence and their dutch translations:
Dat is een pop.
Het is een pop.
Dat is een Japanse pop.
Dat is een Japanse pop.
Dit is mijn pop.
Wie heeft de pop gemaakt?
Ik heb een pop gemaakt voor Ana.
Tom gaf me een pop.
Het meisje knuffelde haar pop.
- Ik heb haar een pop verstuurd.
- Ik heb haar een pop gezonden.
Deze pop heeft grote ogen.
Dit is een Japanse pop.
Dat is een Japanse pop.
Ik zou deze pop graag kopen.
Ik zou deze pop graag kopen.
Zij maakte de pop voor mij.
Hij gaf haar een pop.
Ik heb mijn zus een pop gegeven.
Deze pop kost maar zestig cent.
Ik maakte een pop voor Maria.
Mijn zus speelt met een pop.
Moeder kocht een prachtige pop voor haar.
Mijn broer heeft mij een schattige pop gegeven.
- Heb jij deze pop in je eentje gemaakt?
- Heb jij deze pop zelf gemaakt?
Mama kocht een mooie pop voor mij.
Toon me de pop die je gisteren kocht.
De oude man gaf haar een popje.
Deze pop is een geschenk van mijn tante.
Deze pop is een geschenk van mijn tante.
Ze houdt van de pop als van haar eigen zuster.
De oude man noemde de houten pop Pinokkio.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Mary heeft een enorme poppenverzameling.
Mijn zus speelt met een pop.