Examples of using "Colleagues" in a sentence and their dutch translations:
onze collega's,
Jullie zijn collega's.
Tom helpt zijn collega's.
Beiden zijn mijn collega's.
Beiden zijn mijn collega's.
Tom helpt zijn collega's.
Eén van zijn collega's fluisterde.
Tom is zijn collega's aan het helpen.
mijn vrienden, familie, collega's ...
Met de hulp van mijn collega's
Beiden zijn mijn collega's.
Toms onverwachte dood maakte zijn werkcollega's overstuur.
Hij plande het project samen met zijn collega's.
Mijn collega's en ik denken dat het aan de longen ligt.
"Wie komen naar het feest?" "Een paar vrienden en vier of vijf collega's."
Zijn vernieuwende ideeën brengen hem altijd in verlegenheid met zijn meer conservatieve collega's.
"Ik groet u, beste ideegenoten, broeders en zusters uit het grote wereldwijde mensengezin, die van heinde en verre samengekomen zijt uit de meest diverse landen van de wereld om elkaar broederlijk de hand te drukken in de naam van een groot idee, dat ons allen verenigt ..."