Examples of using "Whispered" in a sentence and their dutch translations:
Ik fluisterde.
Je fluisterde.
Tom fluisterde.
"Zwijg," fluisterde hij.
- "Zwijg," fluisterde hij.
- "Stil!", fluisterde hij.
Eén van zijn collega's fluisterde.
Ze fluisterde het in mijn oor.
Maria fluisterde iets in het oor van Tom.
Sami fluisterde iets naar zijn vrienden.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.
- Tom fluisterde Maria iets in d'r oor en ze glimlachte.
- Tom fluisterde Maria iets in haar oor en ze glimlachte.
"Ja!", fluisterde hij in mijn oor met zijn verrukkelijke stem.