Examples of using "Mine" in a sentence and their dutch translations:
Dat is van mij.
Dat is van mij.
Deze zijn van mij.
Ze zijn van mij!
Dat is van mij.
Het is van mij.
Dit is niet van mij.
Welke is de mijne?
Dit is van mij.
Welke is de mijne?
Neem de mijne.
Jij bent van mij.
- Het is de mijne.
- Het is van mij.
- Welke is van mij?
- Welke is de mijne?
- Welke is van mij?
- Welke is de mijne?
Dit is niet van mij.
Deze fiets is van mij.
Dat woordenboek is van mij.
- Deze auto is van mij.
- Deze auto is de mijne.
Het was niet de mijne.
- Deze zijn van mij.
- Deze zijn de mijne.
Maria is van mij.
Ze waren van mij.
- Ik heb de mijne meegebracht.
- De mijne heb ik meegebracht.
Ik wil de mijne.
Is dat niet van mij?
De mijne is zwart.
Nu is het van mij.
Deze zijn niet van mij.
- Jij was de mijne.
- Je was van mij.
Dat is van mij.
De jouwe is groter dan de mijne.
Ik ben de eigenaar.
Deze hond is van mij.
Deze zin is van mij.
Dit woordenboek is niet van mij.
- Dit is mijn fiets.
- Deze fiets is van mij.
Deze handtas is van mij.
Ik heb de mijne niet gevonden!
Het boek is van mij.
Dit woordenboek is van mij.
Deze klok is van mij.
Dit boek is van mij.
De tas was niet van mij.
Deze auto is van mij.
Niets hier is van mij.
Deze fiets is van mij.
- Je mag het mijne gebruiken.
- Je mag de mijne gebruiken.
- Je mag dat van mij gebruiken.
- Je mag die van mij gebruiken.
- Het zijn mijn zaken niet!
- Het gaat mij niet aan!
Ik ben daarvoor verantwoordelijk.
De hond is van mij.
Dat woordenboek is van mij.
Het is een van mij.
Die tas is van mij.
Dat huis is van mij.
Het paard is van mij.
- Deze dassen zijn niet van mij.
- Deze stropdassen zijn niet van mij.
- Die brommer is niet van mij.
- Die bromfiets is niet van mij.
Het was mij een genoegen.
Deze hoed is van mij.
Dit huis is van mij.
Deze tas is van mij.
Deze schoenen zijn van mij.
Aangenaam.