Examples of using "Colds" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben vaak verkouden.
Ze was dikwijls verkouden.
Ik word snel verkouden.
Ze werd gemakkelijk verkouden.
- Bent u vaak verkouden?
- Ben je vaak verkouden?
Ik ben vaak verkouden.
Verscheidene leerlingen waren niet aanwezig op school wegens verkoudheid.
Hij wordt gemakkelijk verkouden.