Translation of "Absent" in Dutch

Who is absent?

Wie is er afwezig?

Tom is absent.

Tom is afwezig.

No students were absent.

Geen enkele student was afwezig.

I'll be absent tomorrow.

- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.

Tom was absent yesterday.

Tom was er gisteren niet.

Is anyone absent today?

Is er iemand afwezig vandaag?

Unfortunately, she is absent.

Helaas is zij er niet.

Why is Tom absent?

Waarom is Tom afwezig?

Why were you absent?

Waarom was je afwezig?

- She is absent because of sickness.
- She's absent because she's sick.

Ze is er niet omdat ze ziek is.

- He was absent because of illness.
- He was absent owing to illness.

Hij was afwezig wegens ziekte.

- Tom is often absent from school.
- Tom is frequently absent from school.

Tom is vaak afwezig op school.

Why were you absent yesterday?

Waarom was je gisteren afwezig?

She's absent because she's sick.

Ze is afwezig wegens ziekte.

Tom won't be absent today.

Tom zal vandaag niet afwezig zijn.

- The absent are always in the wrong.
- The absent are always at fault.

- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.

He is sometimes absent from school.

- Soms is hij van school afwezig.
- Soms mist hij school.

The absent are always at fault.

- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.

I was absent from school yesterday.

Ik was gisteren niet aanwezig op school.

He was absent because of illness.

Hij was afwezig wegens ziekte.

Jane is absent from school today.

Jane is vandaag afwezig op school.

He was absent from the meeting.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Tails are absent in some cats.

- De staarten zijn afwezig bij sommige katten.
- De staart is afwezig bij sommige katten.

He was absent from school yesterday.

Hij was gisteren niet op school.

She is absent because of sickness.

Ze is afwezig wegens ziekte.

You were absent from school yesterday.

- Gisteren was u niet op school.
- Zij waren gisteren niet op school.

John was absent from school yesterday.

John was gisteren niet op school.

I was absent from work yesterday.

Ik was gisteren op het werk afwezig.

Tell me why he was absent.

Vertel mij waarom hij afwezig was.

Tom is often absent from school.

Tom is vaak afwezig op school.

Even intelligent people are sometimes absent-minded.

Zelfs intelligente mensen zijn soms verstrooid.

The absent are always in the wrong.

- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.

There wasn't one student who was absent.

Er was geen enkele student afwezig.

- She was absent from school because of sickness.
- She was absent from school because she was sick.

Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.

- She has been absent from school for five days.
- She's been absent from school for five days.

- Ze was niet op school voor vijf dagen.
- Ze is al vijf dagen niet op school.

I'll be absent from home in the afternoon.

Ik zal niet thuis zijn in de namiddag.

Both Nancy and Jane were absent from school.

Nancy en Jane waren beiden afwezig van school.

A great many students were absent from school.

Veel studenten waren afwezig van school.

He was absent from school for a week.

Hij was een week lang niet aanwezig op school.

She's been absent from school for five days.

Ze was niet op school voor vijf dagen.

She was absent because she caught a cold.

Ze was afwezig omdat ze kou had gevat.

And talk to me simply of that absent love."

En praat met mij alleen over die afwezige liefde.'

I was absent from school because I was sick.

Ik was niet aanwezig op school omdat ik ziek was.

She was absent from school because she was sick.

Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.

He is absent from school because he is ill.

Hij is afwezig van school omdat hij ziek is.

Several students were absent from school because of colds.

Verscheidene leerlingen waren niet aanwezig op school wegens verkoudheid.

I don't know the reason he is absent today.

Ik weet niet waarom hij vandaag afwezig is.

The boy has been absent from school for eight days.

De jongen is acht dagen niet op school geweest.

There were quite a few students absent from class today.

Er waren redelijk wat leerlingen niet in de les vandaag.

I would have asked about it, but he was absent.

Ik zou het hem gevraagd hebben, maar hij was niet aanwezig.

Her daughter had been absent from my class for two weeks,

Haar dochter was twee weken niet op school geweest

- Having a cold, I was absent from school.
- Since I had a cold, I was absent from school.
- Since I had a cold, I didn't go to school.

Aangezien ik verkouden was, ging ik niet naar school.

I think Tom wouldn't be absent if he knew how important this meeting was.

Ik denk dat Tom niet afwezig zou zijn geweest als hij had geweten hoe belangrijk deze vergadering was.

- Tom is absent.
- Tom isn't here.
- Tom isn't around.
- Tom's not here.
- Tom is not here.

Tom is niet hier.

- There is no excuse to help get you out of the meeting.
- There is no excuse that will let you be absent from the meeting.

Geen enkel voorwendsel zal u helpen om van die vergadering weg te blijven.