Examples of using "Change" in a sentence and their dutch translations:
Tom zal zich veranderen.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Hou het wisselgeld!
- Hou het wisselgeld maar!
- Tijden veranderen.
- Verandering gebeurt.
- Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Dat verandert niets.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
De dingen veranderen.
- Tom zal veranderen.
- Tom zal zich omkleden.
- Tom zal zich veranderen.
- Verander het doel.
- Verander het doelwit.
- Wijzig het doel.
- Wijzig het doelwit.
Tijden veranderen.
Mensen veranderen.
Ik zal veranderen.
- Verander nooit.
- Blijf onveranderd.
Hier is uw wisselgeld.
Ik ga me omkleden.
Laten we van onderwerp veranderen!
Verander de vlag alstublieft.
Sommige dieren veranderen van geslacht.
Tom zal niet veranderen.
Dat verandert niets.
Tom zal nooit veranderen.
een proces veranderen
De mode verandert snel.
Kleed je om.
Kunnen mensen veranderen?
Ze veranderen alles.
Hier is het wisselgeld.
Je zult nooit veranderen.
Vampieren verwisselen van gedaante.
Nooit iets veranderen!
Verander het onderwerp.
Tel je wisselgeld.
Verander de vlag.
Verander van kanaal.
Zappen!
Ik kan veranderen.
Tom zal niet veranderen.
Ik wil verandering.
Zal Australiƫ veranderen?
Alles zal veranderen.
- Hij hielp mij mezelf veranderen.
- Hij hielp mij om mezelf te veranderen.
- Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Dat zal er niets aan veranderen.
- Dat verandert niets.
Heb je wat kleingeld?
Ik moet me omkleden.
Ik ga een ander hemd aandoen.
Hij zal waarschijnlijk van gedachten veranderen.
We moeten veranderen.
Alles zal moeten veranderen
veranderen wat we belonen,
Klimaatverandering is een feit,
Laten we hopen dat tijden veranderen.
Verander niet van gedachten.
Klagen zal niets veranderen.
Wijzig de zin alstublieft.
Laten we van onderwerp veranderen!
Ik kan het niet veranderen.
Ga naar huis en verkleed je.
Laten we van onderwerp veranderen!
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Verander niet van onderwerp.
- Verander nu niet van thema.
Ik heb een verandering nodig.
Ik kan dit niet veranderen.
Ik ga een ander hemd aandoen.
Ik had een verandering nodig.
- Dat moet snel veranderen.
- Hopelijk verandert dat snel.
- Geef Tom zijn kleingeld.
- Geef Tom zijn wisselgeld.
Vrouwen veranderen de wereld.
Hou het wisselgeld maar, hoor, chauffeur.
Sommige dieren veranderen van geslacht.
Verander de vlag, alsjeblieft.