Examples of using "Bleeding" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben aan het bloeden.
Ze bloeden.
Tom bloedt.
Ik ben aan het bloeden.
Je bloedt.
Je bloedt!
Ze bloeden.
Ze bloedt.
- Mijn tandvlees bloedt.
- Mijn tandvlees is aan het bloeden.
Uw neus bloedt.
Ik bloed erg veel.
Ik bloedde.
Tom bloedde.
- Layla was aan het bloeden.
- Layla bloedde.
- Ik kan het bloeden niet stelpen.
- Ik kan het bloeden niet stoppen.
De hond bloedt.
Mijn neus bloedt.
Mijn teen begon te bloeden.
Maria's neus bloedde.
Je neus bloedt.
Zijn wond bloedde.
Mijn knie bloedt.
Het houdt niet op met bloeden.
- Ik heb bloedend tandvlees.
- Ik heb tandvleesbloedingen.
Tom was hevig aan het bloeden.
- Mijn tandvlees bloedt.
- Mijn tandvlees is aan het bloeden.
Zijn neus bloedt.
- Hij bloedt dood.
- Hij is dood aan het bloeden.
Waarom bloed ik?
Mijn oor bloedde vanochtend.
Hij bloedde uit zijn wonden.
Ze bloedt. Die geur zit in het water.
De haas bloedt aan het oor.
Hij doet altijd alsof zijn neus bloedt.
als je de huidige bloederige krantenkoppen
Ik heb een bloedneus.
- Heeft u onverklaarbare blauwe plekken of bloedingen?
- Heb je onverklaarbare blauwe plekken of bloedingen?
Tom heeft in zijn vinger gesneden en het bloedt behoorlijk.
Yanni schoof wat wc-papier in zijn bloedende neusgat.
...en lag drie uur lang bewusteloos te bloeden voordat er hulp was.