Examples of using "Belief" in a sentence and their dutch translations:
Dat versterkte mijn geloof
Geloof kan bergen verzetten.
De verwarring tart iedere beschrijving.
Geloof is de dood van de intelligentie.
Haar geloof in God is erg sterk.
Ik heb een groot vertrouwen in de dokter.
Verhogen de data onze overtuiging dat de theorie waar is?
De verwarring tart iedere beschrijving.
Het is echt ongelofelijk wat mensen neushoorns aandoen.