Examples of using "Batteries" in a sentence and their dutch translations:
Zijn deze batterijen opgeladen?
Deze zaklamp heeft twee batterijen nodig.
Ik zoek batterijen.
Verkoopt u batterijen?
Er moeten nieuwe batterijen in.
De batterijen zijn leeg.
Deze batterijen zijn leeg.
Batterijen zijn niet nodig.
Deze batterijen bevatten lood.
Batterijen zijn niet inbegrepen.
Batterijen worden apart verkocht.
Batterijen degraderen met de tijd.
We hebben nieuwe batterijen nodig.
- Tom heeft wat batterijen gekocht.
- Tom kocht wat batterijen.
Zijn die batterijen oplaadbaar?
- Waar steek je de batterijen in?
- Waar moet je de batterijen insteken?
Deze zaklamp heeft twee batterijen nodig.
Deze computer werkt op batterijen.
Deze batterijen werken allemaal niet.
De batterijen zijn allemaal leeg.
Deze batterijen zijn allemaal leeg.
Tom vergat om batterijen te kopen.
Zijn deze batterijen opgeladen?
De batterijen in mijn rekenmachine zijn plat.
Hij heeft de batterijen er verkeerd ingestoken.
De ene batterij gaat eerder stoppen dan de andere.
Het werkt niet zo goed omdat de batterijen bijna leeg zijn.
Terwijl ik nu toch hier ben, denk je dat je de batterijen kunt vervangen?
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.