Translation of "Bathtub" in Dutch

The bathtub is dirty.

Het bad is vuil.

You cleaned the bathtub.

Je maakte het bad schoon.

Don't sleep in the bathtub.

- Slaap niet in bad.
- Slaap niet in de badkuip.

The bathtub needs to be cleaned.

De badkuip moet worden schoongemaakt.

He likes to sing in the bathtub.

Hij zingt graag in bad.

Somebody had drowned her in the bathtub.

Iemand verdronk haar in de badkuip.

Tom tried to drown himself in the bathtub.

Tom probeerde zichzelf in bad te verdrinken.

The phone rang when I was in the bathtub.

Terwijl ik in bad zat, belde de telefoon.

The bathtub overflowed while she was talking on the phone.

Het bad liep over terwijl ze aan de telefoon was.

Tom got out of the bathtub and dried himself off.

- Tom is uit bad gekomen en heeft zich afgedroogd.
- Tom kwam uit bad en droogde zich af.

Every Monday Mrs. Evans washed all the family's clothes in the zinc bathtub.

Elke maandag waste mevrouw Evans alle kleren van het gezin in de zinken badkuip.

- The tub ran over while she was on the phone.
- The bathtub overflowed while she was talking on the phone.

Het bad liep over terwijl ze aan de telefoon was.