Examples of using "Drowned" in a sentence and their dutch translations:
Hij verdronk.
- Tom verdronk.
- Tom is verdronken.
Ik verdronk.
Hij was bijna verdronken.
Ze was bijna verdronken.
Je had kunnen verdrinken!
Ze zijn allemaal verdronken.
Gelukkig is er niemand verdronken.
Ik was bijna verdronken.
Hij was verdronken.
Tom verdronk bijna.
Ik was bijna verdronken.
Hij was bijna verdronken.
Je had kunnen verdrinken!
Zonder jouw hulp was ik verdronken.
Hij viel overboord en verdronk.
Tom is in het zwembad van zijn buur vedronken.
Iemand verdronk haar in de badkuip.
Het lijk is nog niet boven water gekomen.
Er zijn veel dieren verdronken bij de overstroming.
Zonder uw hulp was ik verdronken.
Tom is in het zwembad van zijn buurman verdronken.
Zonder uw hulp was ik verdronken.
De minister-president viel in de Donau en verdronk.
Er werden drie passagiers gered, maar de andere passagiers verdronken.
In een schip zitten is in de gevangenis zitten, met de kans op verdrinken.