Examples of using "Bank" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de bank?
Ik ben bankbediende.
- Ze werkt bij een bank.
- Hij werkt op een bank.
- Hij werkt bij een bank.
- Hij werkt op een bank.
- Hij werkt bij een bank.
- Hij werkt op een bank.
Waar is de dichtstbijzijnde bank?
Hij werkt bij een bank.
Hij werkt bij een bank.
Tom werkt bij een bank.
Hij werkt bij een bank.
Ik ben naar de bank geweest.
Hij werkt bij een bank.
Ik werk bij een bank.
Ze werkt bij een bank.
Ik werk bij een bank.
...met 't oprichten van een bank?'
Is de bank open?
Ik ben bankbediende.
Was de bank dicht?
Ik ben een bankbediende.
Jaguars die de oevers patrouilleren...
Ik ben naar de bank geweest.
Ik ga naar de bank.
Ik werk bij een bank.
Is de bank vandaag open?
Ik werk bij een bank.
Hij werkt bij een bank.
- De bank is al gesloten.
- De bank is al dicht.
Tom werkt bij een bank.
Ze werkt bij een bank.
Israël heeft de Westelijke Jordaanoever nodig.
Israël beheerst de Westelijke Jordaanoever.
Ik werk bij een bank.
- Hij betaalt met een bankkaart.
- Hij betaalt met een pinpas.
Ik moet naar de bank.
De bank leende hem vijfhonderd dollar.
Is de bank ver van hier?
Mijn vader werkt bij een bank.
Ik heb hen de bank zien binnengaan.
Mijn broer werkt bij een bank.
Tom heeft een Zwitserse bankrekening.
Ze was vroeger bankbediende.
De bank wil haar geld terug.
Hij is de voorzitter van de bank.
Is hier een bank?
Is er een bank niet ver van hier?
Zijn geld staat op de bank.
Tom heeft geen bankrekening.
Ze beroofden een bank in Parijs.
Tom werkt nu op een bank.
Ik verliet de bank met lege handen.
Mijn vader werkt bij de bank.
Op de hoek van de straat staan een glasbak en een bak voor gebruikte kleding.
Het was geen zonde om een bank te overvallen.
Het werkt meer als een bankrekening,
Twee mannen met maskers op, beroofden de bank.
Een bank leent ons geld tegen rente.
Stort het geld in een bank a.u.b.
Is er een bank in de buurt van het station?
Ik moet naar de bank.
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Is die plek ver van de bank?
Tom bracht het geld naar de bank.
Taro heeft 10.000 yen afgehaald van de bank.
Waarom ga je niet naar de bank?
De overvallers droegen allen een masker.