Translation of "Clerk" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Clerk" in a sentence and their dutch translations:

I'm a bank clerk.

Ik ben een bankbediende.

She was formerly a bank clerk.

Ze was vroeger bankbediende.

- I'm a bank clerk.
- I'm a bank employee.

Ik ben bankbediende.

His father wanted him to become a clerk, but the young Ney, impetuous and headstrong, joined

Zijn vader wilde dat hij klerk werd, maar de jonge Ney, onstuimig en eigenzinnig, sloot zich in

After she filled out the application, the records clerk told her that the fee was eight dollars.

Nadat ze het aanmeldingsformulier had ingevuld, vertelde de administratief medewerker haar dat de kosten acht dollar waren.

Twelve to fifteen years ago, there lived in the town, in a private home on the main street, a clerk, Gromov — a trustworthy and wealthy man.

Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.

Not long ago, when we were in a book store in Scotland, my wife asked the young clerk if he had a Gaelic version of a certain children's book.

Onlangs, toen we in een boekenwinkel in Schotland waren, vroeg mijn vrouw aan de jonge bediende of hij een van een bepaald kinderboek een versie in het Gaelisch had.