Examples of using "Ambulance" in a sentence and their dutch translations:
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
- Bel alstublieft een ambulance.
- Bel alstublieft een ziekenwagen.
- Belt u alstublieft een ziekenwagen.
- We hebben een ambulance nodig.
- We hebben een ziekenwagen nodig.
- Ik heb een ambulance nodig.
- Ik heb een ziekenwagen nodig.
U hebt een ziekenwagen nodig.
Ik belde een ambulance.
- Bel alstublieft een ziekenwagen.
- Belt u alstublieft een ziekenwagen.
De gewonden kwamen met ziekenwagens aan.
Ik zal een ambulance bellen.
Zal ik een ambulance opbellen?
Ik heb geen ziekenwagen gebeld.
is binnengebracht door een ambulance,
De gewonden werden vervoerd met een ziekenwagen.
Wil je dat ik een ziekenwagen bel?
Tom werd in een ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
Tom was dood tegen de tijd dat de ambulance aankwam.