Translation of "Agreed" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Agreed" in a sentence and their dutch translations:

Agreed.

Akkoord.

Tom agreed.

- Tom was ermee eens.
- Tom stemde in.

I agreed.

Ik ging akkoord.

He agreed.

Hij stemde toe.

Mary agreed.

- Maria was het ermee eens.
- Maria stemde toe.

We agreed.

- We zijn het eens.
- We waren het eens.

Everyone agreed.

Iedereen was het daarmee eens.

Sami agreed.

Sami stemde toe.

Tom agreed

- Tom ging akkoord.
- Tom stemde toe.

- I agree.
- Agreed.

Akkoord.

He reluctantly agreed.

Hij stemde onwillig toe.

She reluctantly agreed.

Ze stemde onwillig toe.

- Good.
- Alright.
- Agreed.
- Ok.

In orde.

He agreed with me.

Hij was het met me eens.

I agreed with her.

Ik was het met haar eens.

I agreed with Tom.

Ik was het met Tom eens.

- It's a bargain.
- Agreed.

Het is een deal!

- We agree.
- We agreed.

We zijn het eens.

Tom and I agreed.

- Tom en ik waren het eens.
- Tom en ik gingen akkoord.

They agreed on a price.

Ze werden het eens over de prijs.

I agreed to buy it.

Ik was het ermee eens het te kopen.

I agreed to the proposal.

Ik heb met het voorstel ingestemd.

Many people agreed with Mason.

Velen waren het eens met Mason.

No one agreed with Tom.

Niemand was het eens met Tom.

No one agreed with him.

Niemand was het met hem eens.

- She said yes.
- She agreed.

Ze ging akkoord.

- Tom and Mary said they agreed.
- Tom and Mary said that they agreed.

Tom en Mary zeiden dat ze het daarmee eens waren.

Agreed, but only on one condition.

- Ik ga akkoord, maar slechts onder één voorwaarde.
- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.

They agreed on a joint statement.

Ze geraakten het eens over een gemeenschappelijke verklaring.

Tom and Mary agreed on everything.

Tom en Maria waren het met alles eens.

We agreed to share the housework.

We kwamen overeen het huishoudelijk werk te verdelen.

Many conservative Americans agreed with him.

Vele conservatieve Amerikanen waren het met hem eens.

He agreed with those unhappy people.

Hij was het eens met die ongelukkige mensen.

I agreed with him on that point.

Ik was het op dat punt met hem eens.

I nodded to show that I agreed.

- Ik knikte om te laten zien dat ik het ermee eens was.
- Ik knikte om aan te geven dat ik ermee instemde.

He agreed to take the new job.

Hij ging ermee akkoord de nieuwe job aan te nemen.

- I agree.
- So be it.
- Okay.
- Agreed.

Akkoord.

I agreed that we should do that.

Ik stemde ermee in dat we dat zouden moeten doen.

Whenever we met, we never agreed on anything.

Wanneer we elkaar ook tegenkwamen, nooit waren we het ergens over eens.

Tom said that Mary agreed to do that.

Tom zei dat Mary ermee had ingestemd om dat te doen.

- Fair enough!
- All right.
- Alright.
- Agreed.
- Ok.
- Will do.

- Akkoord.
- Akkoord!
- Oké.
- Mij best.
- In orde.
- Goed.

All the members of the club agreed with me.

Alle leden van de club waren het met mij eens.

She agreed that she would pay half the rent.

Zij stemde ermee in om de helft van de huur te betalen.

And her mom agreed to bring it to the hospital.

en haar moeder zei dat ze hem aan haar zou geven.

All the member states of the United Nations have agreed

Alle lidstaten van de Verenigde Naties zijn het erover eens

- So be it.
- Okey-dokey.
- Okey doke.
- Okay.
- OK.
- Agreed.

- Akkoord.
- Oké.

I am very happy that you have agreed to that plan.

Ik ben zeer blij dat je dat plan aanvaard hebt.

The union and the company have agreed upon a new contract.

De vakbond en de onderneming bereikten overeenstemming over een nieuw contract.

In fact, on some we've agreed, and on some others, we haven't.

Soms zijn we het eens en soms niet.

- I accept, but only under one condition.
- Agreed, but only on one condition.

- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik doe het, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.

- Tom accepted our offer.
- Tom has agreed to our proposal.
- Tom has accepted our offer.

Tom heeft ons voorstel aanvaard.

- Fair enough!
- All right.
- Great!
- Okey-dokey.
- Okey doke.
- Good.
- Okay.
- OK.
- Alright.
- Fair enough.
- Gotcha.
- Agreed.
- Well!
- Ok.

- Oké.
- Mij best.
- Okidoki.
- Goed.

- I accept, but only under one condition.
- Agreed, but only on one condition.
- I accept, but only on one condition.

- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.