Examples of using "Agreed" in a sentence and their dutch translations:
Akkoord.
- Tom was ermee eens.
- Tom stemde in.
Ik ging akkoord.
Hij stemde toe.
- Maria was het ermee eens.
- Maria stemde toe.
- We zijn het eens.
- We waren het eens.
Iedereen was het daarmee eens.
Sami stemde toe.
- Tom ging akkoord.
- Tom stemde toe.
Akkoord.
Hij stemde onwillig toe.
Ze stemde onwillig toe.
In orde.
Hij was het met me eens.
Ik was het met haar eens.
Ik was het met Tom eens.
Het is een deal!
We zijn het eens.
- Tom en ik waren het eens.
- Tom en ik gingen akkoord.
Ze werden het eens over de prijs.
Ik was het ermee eens het te kopen.
Ik heb met het voorstel ingestemd.
Velen waren het eens met Mason.
Niemand was het eens met Tom.
Niemand was het met hem eens.
Ze ging akkoord.
Tom en Mary zeiden dat ze het daarmee eens waren.
- Ik ga akkoord, maar slechts onder één voorwaarde.
- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.
Ze geraakten het eens over een gemeenschappelijke verklaring.
Tom en Maria waren het met alles eens.
We kwamen overeen het huishoudelijk werk te verdelen.
Vele conservatieve Amerikanen waren het met hem eens.
Hij was het eens met die ongelukkige mensen.
Ik was het op dat punt met hem eens.
- Ik knikte om te laten zien dat ik het ermee eens was.
- Ik knikte om aan te geven dat ik ermee instemde.
Hij ging ermee akkoord de nieuwe job aan te nemen.
Akkoord.
Ik stemde ermee in dat we dat zouden moeten doen.
Wanneer we elkaar ook tegenkwamen, nooit waren we het ergens over eens.
Tom zei dat Mary ermee had ingestemd om dat te doen.
- Akkoord.
- Akkoord!
- Oké.
- Mij best.
- In orde.
- Goed.
Alle leden van de club waren het met mij eens.
Zij stemde ermee in om de helft van de huur te betalen.
en haar moeder zei dat ze hem aan haar zou geven.
Alle lidstaten van de Verenigde Naties zijn het erover eens
- Akkoord.
- Oké.
Ik ben zeer blij dat je dat plan aanvaard hebt.
De vakbond en de onderneming bereikten overeenstemming over een nieuw contract.
Soms zijn we het eens en soms niet.
- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik doe het, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.
Tom heeft ons voorstel aanvaard.
- Oké.
- Mij best.
- Okidoki.
- Goed.
- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.