Translation of "Afford" in Dutch

Can you afford it?

Heb je er de middelen voor?

He cannot afford it.

Hij kan het zich niet veroorloven.

We can't afford that.

Dat kunnen we ons niet veroorloven.

I can't afford incompetence.

Ik kan me geen prutswerk veroorloven.

- He cannot afford to marry.
- He can't afford to get married.

Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.

- Everyone can't afford a car.
- Not everyone can afford a car.

Niet iedereen kan zich een auto veroorloven.

- I can't afford a car.
- I cannot afford to keep a car.
- I can't afford to keep a car.

Ik kan mij geen auto veroorloven.

- I can't afford a car.
- I can't afford to buy a car.

Ik kan me niet veroorloven een auto te kopen.

Tom can't afford a yacht.

Tom kan zich geen jacht veroorloven.

- I can't afford to pay so much.
- I cannot afford to pay so much.

Ik kan me niet veroorloven zoveel te betalen.

- I cannot afford to buy a car.
- I can't afford to buy a car.

Ik kan me niet veroorloven een auto te kopen.

Because they can't afford the meds.

omdat ze de medicijnen niet kunnen betalen.

But we cannot afford this attitude,

Maar deze houding kunnen we ons niet permitteren,

He can't afford a new car.

Hij kan zich geen nieuwe auto veroorloven.

He can't afford to get married.

Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.

I can't afford a new car.

Ik kan mij geen nieuwe auto veroorloven.

Can we afford a new car?

Kunnen we een nieuwe auto kopen?

Not everyone can afford a car.

Niet iedereen kan zich een auto veroorloven.

I can't afford to get sick.

Ik kan het me niet veroorloven om ziek te worden.

- I can not afford to buy a used car.
- I cannot afford buying a used car.
- I can't afford to buy a used car.

- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.

- I can not afford to buy a used car.
- I cannot afford buying a used car.

Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.

- I cannot afford to buy a new bicycle.
- I can't afford to buy a new bicycle.

Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.

'Wait, why can't I afford a vacation?

'Wacht! Waarom kan ik niet op vakantie?

Many homeless people can't afford healthy food.

Veel dakloze mensen kunnen zich geen gezond voedsel veroorloven.

I cannot afford buying a used car.

- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.

- I can not afford to buy a used car.
- I can't afford to buy a used car.

- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.

Lise can afford her two daughters' school tuition

kan Lisa zich voor haar twee dochters

Despite the darkness, they can't afford to sleep.

Ondanks het donker... ...kunnen ze niet slapen.

I can't afford to waste a single yen.

Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.

We can't afford to waste any more time.

We kunnen het niet veroorloven om nog meer tijd te verliezen.

I can't afford to buy an expensive car.

Ik kan mij niet veroorloven een dure auto te kopen.

I cannot afford to buy a new bicycle.

Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.

I can't afford to eat out very often.

Ik kan het me niet veroorloven om vaak uit eten te gaan.

- I can't afford to eat in such an expensive restaurant.
- I can't afford eating in such an expensive restaurant.

- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.

We can't afford to let this tarantula get away.

We mogen deze tarantula niet laten ontsnappen.

Nowadays few people can afford to employ a maid.

Tegenwoordig kunnen weinig mensen het zich veroorloven een werkster in dienst te nemen.

I can't afford to buy such an expensive car.

Ik kan me niet veroorloven om zo'n dure auto te kopen.

I can't afford eating in such an expensive restaurant.

- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.

Tom can't afford to buy even a used car.

Tom kan het niet veroorloven om zelfs een tweedehands auto te kopen.

- I'm afraid I can't afford to buy a new car.
- I'm afraid that I can't afford to buy a new car.

Ik ben bang dat ik me niet kan veroorloven een nieuwe auto te kopen.

[Bear] We can't afford to let this tarantula get away.

We mogen deze tarantula niet laten ontsnappen.

Being only a student, I can't afford to get married.

Omdat ik maar een student ben, kan ik me het niet veroorloven te huwen.

I can't afford to eat in such an expensive restaurant.

Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.

- I can't afford to buy a new car.
- I can't afford a new car.
- I can't allow myself to buy a new car.

Ik kan mij geen nieuwe auto veroorloven.

If I could afford it, I would buy an electric car.

Als ik het zou kunnen betalen, zou ik een elektrische auto kopen.

I can't afford to rent a house like this in Tokyo.

- Ik kan me niet veroorloven om zo'n huis in Tokio te huren.
- Ik kan me niet veroorloven om zo'n huis te huren in Tokio.

We can only afford to buy a small car at the moment.

We kunnen ons momenteel slechts een kleine auto veroorloven.

"My future plan is to be able to afford my own family.

"Mijn toekomstplan is om zelf een familie te kunnen onderhouden.

I can't afford to go on holiday this year because I'm broke.

Ik kan me dit jaar niet veroorloven op vakantie te gaan, omdat ik blut ben.

It's not that I don't like cars. I simply cannot afford it.

Het is niet dat ik een hekel heb aan auto's, ik kan het me gewoon niet veroorloven.

So she could come here and afford them a better life back home.

zodat ze hierheen kon komen en hun daar een beter leven kon bieden.

A car, you say! He can't even afford to buy a sack of onions.

Een auto, zeg je! Hij kan het zich niet eens veroorloven een zak uien te kopen.

I don't think Tom will ever be able to afford to buy a house.

Ik denk niet dat Tom het zich ooit zal kunnen veroorloven om een huis te kopen.

- He can't afford a new car.
- He does not have the money for buying a new car.

- Hij heeft geen geld voor een nieuwe auto.
- Hij kan zich geen nieuwe auto veroorloven.

"We don't give discounts," the woman said sternly. "Regardless how small. Now, please take off the suit if you can't afford it."

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"

- That guitar is so expensive that I can't buy it.
- This guitar is so expensive that I can't afford to buy it.
- This guitar is so expensive that I can't buy it.
- That guitar is too expensive for me to buy.

- Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
- Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.