Examples of using "Accent" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft een grappig accent.
Het is een Brits accent.
Ik heb geen accent!
Hij heeft een goede uitspraak.
Tom heeft zijn vreemd accent verloren.
Hij spreekt zonder accent.
Spreekt hij met een accent?
Hij vermaakte zich over mijn accent.
Tom heeft een zeer zwaar accent.
We zullen het Carioca-accent bestuderen.
Tom heeft een dik Schots accent.
Hij spreekt Engels met een Duits accent.
Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.
Ik heb het Britse accent heel erg gemist.
Het accent circonflexe bestaat niet in het Spaans.
Hij spreekt Esperanto met een licht Frans accent.
Aan zijn accent kan men merken dat hij Duitser is.
Het woordaccent ligt op de tweede lettergreep.
In dit woord valt de klemtoon op de laatste lettergreep.
Je kunt veel afleiden uit iemands accent.
Hoewel Tom met een accent sprak, had hij een indrukwekkende woordenschat.
- Het Carioca-accent is beroemd en wordt in heel Braziliƫ begrepen.
- Het accent van Rio de Janeiro is beroemd en wordt in heel Braziliƫ begrepen.
Het is onmogelijk dat Tom een Canadees is. Ik ben Canadees en ik kan zijn accent niet verstaan.