Translation of "Razend" in Spanish

Ik was razend.

Estaba muy enojada.

- Hij werd woedend.
- Hij werd razend.

Se puso como una fiera.

De leraar was razend op mij.

El profesor se enfadó conmigo.

Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.

Aunque él se disculpó, aún estoy enojada.

- Hij was razend op zijn zoon.
- Hij was boos op zijn zoon.

Él estaba enfadado con su hijo.

- Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.
- Ondanks dat hij zijn excuses heeft aangeboden, ben ik nog steeds boos.

Aunque él se disculpó, aún estoy enojada.