Translation of "Zich" in Spanish

0.012 sec.

Examples of using "Zich" in a sentence and their spanish translations:

- Ze verstoppen zich.
- Zij verstoppen zich.
- Ze verbergen zich.
- Zij verbergen zich.

Ellos están escondidos.

- Ze hebben zich ontspannen.
- Zij hebben zich ontspannen.
- Ze ontspanden zich.
- Zij ontspanden zich.

Ellos se relajaron.

- Hij draaide zich om.
- Hij heeft zich omgedraaid.
- Hij keerde zich om.
- Hij heeft zich omgekeerd.

- Él se volteó.
- Él se giró.

- Tom heeft zich verkneukeld.
- Tom verkneukelde zich.

Tom se regodeó.

- Ze kleedden zich aan.
- Ze hebben zich aangekleed.

Ellas se vistieron.

- Wie gaf zich over?
- Wie heeft zich overgegeven?

¿Quién se rindió?

- Tom voelde zich verdrietig.
- Tom voelde zich droevig.

- Tom se sintió triste.
- Tom se sentía triste.

- Hij draaide zich om.
- Hij keerde zich om.

Él se volteó.

Onweerswolken verzamelen zich...

Se forman nubes de tormenta

Tom versliep zich.

Tom se quedó dormido.

Hij schoor zich.

Él se afeitó.

Tom verveelt zich.

Tom está aburrido.

Tom verontschuldigde zich.

Tomás se disculpó.

Hij wast zich.

Él se lava.

Ze bukte zich.

Ella se agachó.

Hij bukte zich.

Se agachaba.

Tom schaamt zich.

Tom está avergonzado.

Tom ontspande zich.

- Tom se relajó.
- Tom se relajaba.

Tom herinnerde zich.

- Tomás se acordó.
- Tom recordó.

Tom herinnert zich.

- Tomás se acuerda.
- Tom recuerda.
- Tom se acuerda.

U vergist zich.

- Estás equivocado.
- Se equivocan.
- Estáis equivocados.

Yanni verontschuldigde zich.

Yanni se disculpó.

Ze hield zich stil en probeerde zich te verstoppen.

Se quedó quieta e intentó esconderse.

- De markt herpakte zich.
- De markt heeft zich herpakt.

El mercado repuntó al alza.

- Tom scheert zich.
- Tom is zich aan het scheren.

Tom se está afeitando.

- Tom voelde zich als een dwaas.
- Tom voelde zich aartsdom.
- Tom voelde zich als een domkop.

Tom se sentía como un tonto.

- Tom kleedt zich uit.
- Tom is zich aan het uitkleden.

- Tom se está desvistiendo.
- Tom se está quitando la ropa.

Hier splitst hij zich.

Mira, una bifurcación.

De geschiedenis herhaalt zich.

La historia se repite.

Ratten vermenigvuldigen zich snel.

Las ratas se multiplican rápidamente.

Hij heeft zich opgehangen.

Él se ahorcó.

Hij verheugt zich erop.

Él está muy ilusionado con eso.

Hij schreeuwde zich schor.

Él gritó hasta quedar ronco.

Hij gedraagt zich merkwaardig.

Él está actuando extraño.

Waarom verstopt hij zich?

- ¿Por qué se oculta?
- ¿Por qué se esconde?

Maria voelde zich buitengesloten.

- Mary se sintió excluida.
- María se sentía excluida.

Tom voelde zich gelukkig.

Tom se sintió afortunado.

Tom waant zich onoverwinnelijk.

Tom se cree invencible.

Ze hebben zich vermaakt.

Ellos se divertían.

Waarom verstopt Tom zich?

¿Por qué Tom se está ocultando?

Tom bood zich aan.

Tom se ofreció voluntario.

Tom schreef zich in.

Tom se enroló.

Niemand herinnert het zich.

Nadie recuerda.

Hij voelde zich moe.

Se sentía cansado.

Tom kleedde zich aan.

Tom se vistió.

Toms Frans verbetert zich.

El francés de Tom va mejorando.

Hij heeft zich gebukt.

Se agachó.

Hij gaf zich over.

- Él se rindió.
- Se rindió.

Ze voelde zich slecht.

Se sentía mal.

Tom gaf zich over.

Tom se rindió.

Tom zal zich veranderen.

Tom va a cambiar.

Tom verontschuldigde zich opnieuw.

Tom se volvió a disculpar.

Tom voelde zich veilig.

Tom se sintió seguro.

Iedereen voelde zich veilig.

- Todos se sintieron seguros.
- Todo el mundo se sintió seguro.

Tom voelde zich zwak.

Tom se sentía débil.

Tom voelde zich moe.

Tom se sentía cansado.

Tom voelde zich ziek.

Tom se sentía enfermo.

Tom voelde zich eenzaam.

Tom se sintió solo.

Tom voelde zich hongerig.

Tom se sintió hambriento.

Tom voelde zich vernederd.

Tom se sintió humillado.

Tom voelde zich ongemakkelijk.

Tom se sintió incómodo.

Tom voelde zich opgelucht.

Tomás se sintió aliviado.

Tom voelde zich vervolgd.

Tom se sintió perseguido.

Tom voelde zich schuldig.

Tom se sintió culpable.

Tom voelde zich gefrustreerd.

Tom se sintió frustrado.

Tom kleedde zich om.

Tom se cambió de ropa.

Tom heeft zich verbrand.

Tom se quemó.

Ze bemoeien zich ermee.

Están interfiriendo.

Tom herinnerde zich iets.

Tom recordó algo.

Niemand bood zich aan.

Nadie vino.

- Hij heeft zich overslapen deze morgen.
- Hij heeft zich vanmorgen verslapen.

Él se quedó dormido esta mañana.

- Tom voelde zich ongemakkelijk.
- Tom voelde zich niet op zijn gemak.

Tom se sintió incómodo.

- De weg splitst zich hier in tweeën.
- Hier splitst de weg zich.

- Aquí el camino se divide en dos.
- El camino se bifurca aquí.

Als mensen zich dat afvragen,

Cuando la gente piensa por qué los dinosaurios fueron tan increíbles,

Bevonden zich vijf kilometer diep.

es cinco kilómetros hacia abajo.

Tijd om zich te verzamelen.

Es hora de reunirse.

Ney's korps trok zich terug.

El Cuerpo de Ney se retiró.