Translation of "Kookt" in Spanish

- Ze kookt.
- Zij kookt.

Ella cocina.

- U kookt.
- Jullie koken.
- Jij kookt.

Tú cocinas.

Hij kookt.

Él cocina.

Jij kookt.

Tú cocinas.

Het kookt!

¡Está hirviendo!

- De pan kookt over.
- De pot kookt over.

La olla está hirviendo.

Zijn bloed kookt.

Su sangre hierve.

De theepot kookt.

La pava está hirviendo.

De ketel kookt.

- La tetera está hirviendo.
- La pava está hirviendo.

Hij kookt graag.

A él le gusta cocinar.

Kookt hij ook?

¿Él también está cocinando?

Ze kookt goed.

Ella cocina bien.

Mijn moeder kookt goed.

Mi madre cocina bien.

Tom kookt op gas.

Tomás cocina con gas.

Thomas kookt een ei.

Tom está cociendo un huevo.

Mary kookt zonder zout.

Mary cocina sin sal.

Ze kookt zonder zout.

Ella cocina sin sal.

Ze kookt voor hem.

Ella cocina para él.

De muis kookt vis.

El ratón cocina pescado.

Water kookt bij honderd graden.

A los cien grados celcius el agua alcanza el hervor.

Tom kookt graag voor Maria.

A Tom le gusta cocinar para Mary.

Ze kookt graag voor haar gezin.

- Le gusta cocinar para su familia.
- A ella le gusta cocinar para su familia.

Hij kookt graag voor zijn gezin.

A él le gusta cocinar para su familia.

Water kookt bij 100 graden Celsius.

El agua hierve a 100 grados centígrados.

Bedek de pan terwijl je kookt.

Cubre la olla mientras cocinas.

- Tom is aan het koken.
- Tom kookt.

Tom está cocinando.

- Mary is aan het koken.
- Mary kookt.

Mary está cocinando.

Melk kookt op een hogere temperatuur dan water.

La leche hierve a más alta temperatura que el agua.

Op zeeniveau kookt water bij 100 graden Celsius.

El agua hierve a los 100 grados Celsius a nivel del mar.

- Het kookt!
- Het is kokend!
- Het is bloedheet!

¡Está hirviendo!

- Tom kookt eieren.
- Tom is eieren aan het koken.

Tom está cociendo un huevo.

- Ze is nu aan het koken.
- Ze kookt nu.

Ella está cocinando ahora.