Translation of "“nee”" in Spanish

Nee, nee en nogmaals nee!

No, no, no!

Nee betekent nee.

- No significa no.
- "No" significa "no".

Nee.

No.

Nee?

¿No?

- Nee, bedankt.
- Nee, dank u.

No, gracias.

- O nee!
- Nee toch!
- O jee!

¡Oh, no!

- Zeg gewoon nee.
- Zeg maar nee.

Solo di que no.

Nee hoor.

No es verdad.

Maar nee.

Pero no.

O nee!

¡Oh, no!

Nee, papa.

¡No, papá!

- Nee.
- Niet.

No.

Nee, bedankt.

No, gracias.

Nee, echt.

De verdad, no lo era.

- "Spreek je Frans?" "Nee."
- "Spreekt u Frans?" "Nee."
- "Spreek je Frans?" - "Nee."
- "Spreekt u Frans?" - "Nee."
- "Spreken jullie Frans?" "Nee."

"¿Habla usted francés?" "No."

- "Spreek je Frans?" "Nee."
- "Spreekt u Frans?" "Nee."
- "Spreek je Frans?" - "Nee."
- "Spreekt u Frans?" - "Nee."

"¿Habla usted francés?" "No."

- "Spreek je Frans?" - "Nee."
- "Spreekt u Frans?" - "Nee."
- "Spreken jullie Frans?" "Nee."

"¿Habla usted francés?" "No."

Nee, natuurlijk niet.

No, por supuesto que no.

O, man. Nee.

¡Cielos! ¡No!

O nee, kijk.

Ay, miren.

O nee, niks.

No, nada.

Nee, helemaal niet.

No, para nada.

Oh nee! Echt?

¡Oh no! ¿En serio?

Ja en nee.

Sí y no.

Ik zei nee.

He dicho que no.

Tom zei nee.

Tom dijo que no.

Nee, ga zitten.

No, siéntate.

- Je kan niet "nee" zeggen.
- Je kunt geen “nee” zeggen.

No puedes decir "no".

Nee. De mensheid heeft...

No, no. La humanidad está necesitando

Nee... Ik bedoel, ja.

No... Quiero decir, sí.

En ik antwoord: nee.

Y yo respondo: no.

Nee, het is tweedehands.

- No, es de segunda mano.
- No, es usado.

"Nee," herhaalde de Engelsman.

"No", repitió el inglés.

"Meer koffie?" "Nee, bedankt."

«¿Más café?» «No, está bien así.»

Nee, ik zag niemand.

No, no vi a nadie.

Nee, niet te veel.

No, no demasiado.

Nee, ik ben moe.

- No, estoy cansado.
- No, estoy cansada.

Nee, wacht, laat maar.

No, no lo hagan.

Zeg nee tegen drugs.

Dile no a las drogas.

"Spreekt u Frans?" - "Nee."

"¿Habla usted francés?" "No."

Nee, dit gaat niet werken.

No, esto no va a funcionar.

Nee, ze hebben het druk.

No, están ocupados.

Maar is dat zo? Nee.

¿Pero lo es en verdad? No.

Zegt meer dan driekwart nee.

Más de tres cuartos de las personas dicen que no.

Nee, Chinees is het beste.

No, los platos chinos son los mejores.

Nee, ik begrijp het niet.

No, no entiendo.

Nee, meneer, ik ben Duits.

No, señor, soy alemán.

Je kan niet "nee" zeggen.

No puedes decir "no".

Hij kan moeilijk nee zeggen.

Le cuesta mucho decir que no.

Nee, ik ben een Engelsman.

No, soy inglés.

Nee, maar ik speel tennis.

No, pero juego al tenis.

Betekent dat ja of nee?

¿Eso es un sí o un no?

...en ik zei: "Nee, Gabriel...

Y le dije, "No, Gabriel...

Nee, bedankt. Ik zit vol.

- No, gracias, estoy lleno.
- No gracias. Estoy lleno.

Heeft zij een hond? Nee.

¿Ella tiene un perro? No.

Wat als ik nee zeg?

¿Y si me niego?

Nee...., ik wil zeggen ja.

No..., quiero decir sí.

Ik zou nee hebben gezegd.

- Yo hubiera dicho que no.
- Yo habría dicho que no.