Translation of "Plannen" in Portuguese

- Heb je enige plannen?
- Heb jij plannen?

Você tem planos?

Tom heeft plannen.

Tom tem planos.

Heb jij plannen?

Você tem planos?

Ik heb mijn plannen opgegeven.

Abandonei meus planos.

Heb jij plannen deze avond?

Você tem planos para hoje à noite?

Heb je plannen voor vandaag?

Tu tens planos para hoje?

Wat zijn uw plannen voor vanavond?

Quais são os seus planos para esta noite?

Heb je plannen voor dit weekend?

Você tem algo marcado para este fim de semana?

Ik dacht dat je plannen had.

- Eu achei que você tivesse planos.
- Eu achei que tivesses planos.

Ik heb hoe dan ook geen plannen.

Eu não tenho plano algum.

We plannen een trip naar New York.

- Nós estamos planejando uma viagem para Nova Iorque.
- Estamos planejando uma viagem para Nova Iorque.

Leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt.

Vida é o que acontece enquanto você está ocupado fazendo outros planos.

Hadden ze geweten wat er ging gebeuren, dan hadden ze hun plannen veranderd.

Se eles soubessem o que estava prestes a acontecer, teriam mudado seus planos.

- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?

Quais são os seus planos para o fim de semana?