Translation of "Hoeveel" in Polish

Hoeveel?

Ile?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel is dit?

Ile to kosztuje?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?

- Ile to kosztuje?
- W jakiej to jest cenie?

Hoeveel appels?

Ile jabłek?

Hoeveel zussen heb je, en hoeveel broers?

Ile masz sióstr, a ilu braci?

- Hoeveel kost dat?
- Hoeveel kost dit ding?

Ile to kosztuje?

- Hoeveel kerstkaarten heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verstuurd?

Ile kartek bożonarodzeniowych wysłałeś?

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

Ile on ma książek?

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

Ile kosztuje ten zegarek?

- Hoeveel borden wil je?
- Hoeveel borden willen jullie?

Ile talerzy pan sobie życzy?

- Hoeveel geld hebt ge?
- Hoeveel geld heb je?

Ile masz pieniędzy?

- Hoeveel kost deze sofa?
- Hoeveel kost deze bank?

Ile kosztuje ta sofa?

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

Ile masz książek?

Hoeveel kost dit?

Ile to kosztuje?

Hoeveel wil je?

- Jak dużo chcesz?
- Ile chcesz?

Hoeveel kosten ze?

Ile kosztują?

Hoeveel kost dat?

Ile to kosztuje?

Hoeveel weegt dat?

Ile to waży?

Hoeveel kost het?

Ile kosztuje?

- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u verschuldigd?

- Ile jestem ci winien?
- Ile jestem ci winna?

- Hoeveel hamburgers heb je gegeten?
- Hoeveel hamburgers heeft u gegeten?
- Hoeveel hamburgers hebben jullie gegeten?

- Ile hamburgerów zjadłeś?
- Ile hamburgerów zjadłaś?

- Hoeveel dichte vrienden hebt ge?
- Hoeveel intieme vrienden heb je?

Ilu masz bliskich przyjaciół?

Hoeveel kost deze pen?

Ile kosztuje długopis?

Hoeveel potloden heb je?

Ile masz ołówków?

Hoeveel kost deze jurk?

Ile kosztuje ta suknia?

Hoeveel geld heb je?

Ile masz pieniędzy?

Hoeveel hebt ge nodig?

Ile potrzebujesz?

Hoeveel tijd heb je?

Ile czasu ci zostało?

Hoeveel broers heb je?

Ilu masz braci?

Hoeveel boeken bezit u?

Ile książek posiada pan?

Hoeveel kost die mountainbike?

Ile kosztuje ten rower górski?

Hoeveel boeken heeft hij?

Ile on ma książek?

Hoeveel kost het sinaasappelsap?

Ile kosztuje sok pomarańczowy?

Hoeveel kost die broek?

Ile kosztują te spodnie?

Hoeveel moet ik betalen?

Ile mam zapłacić?

Hoeveel zussen heeft Tom?

Ile Tom ma sióstr?

Hoeveel manen heeft Mars?

Ile księżyców ma Mars?

Hoeveel kinderen heb je?

Ile masz dzieci?

Hoeveel kost deze paraplu?

Ile kosztuje ten parasol?

Hoeveel gaat dat kosten?

Ile to będzie kosztowało?

Hoeveel kost deze zakdoek?

Ile kosztuje ta chustka?

Hoeveel kost deze bank?

Ile kosztuje ta sofa?

Hoeveel appels zijn daar?

Ile jest jabłek?

Hoeveel geld heeft hij?

Ile on ma pieniędzy?

Hoeveel kost deze pet?

Ile kosztuje ta czapka?

Hoeveel cd's heb je?

Ile masz płyt?

Hoeveel kost die lamp?

Ile kosztuje ta lampa?

Hoeveel pennen hebben jullie?

Ile macie długopisów?

- Hoeveel besteedt ze per maand?
- Hoeveel geeft ze per maand uit?

Ile ona miesięcznie wydaje?

- Hoeveel moet mijn dochter eten?
- Hoeveel zou mijn dochter moeten eten?

Ile ma jeść moja córka?

- Hoeveel uren slaap heb je nodig?
- Hoeveel uur slaap heb jij nodig?

Ilu godzin snu potrzebujesz?

- Hoeveel tijd besteden jullie op Facebook?
- Hoeveel tijd besteed je op Facebook?

Jak dużo czasu spędzasz na Facebooku?

- Hoeveel talen zijn er op de wereld?
- Hoeveel talen zijn er wereldwijd?

Ile języków jest na świecie?

Hoeveel verdient hij per maand?

Ile zarabia miesięcznie?

Hoeveel graden is het vandaag?

Ile mamy dzisiaj stopni?

Hoeveel kost het hele pakket?

Ile kosztuje cała paczka?

Hoeveel Engelse woorden kent u?

- Jak wiele angielskich słów znasz?
- Ile angielskich słów znasz?

Hoeveel intieme vrienden heb je?

Ilu masz bliskich przyjaciół?

Hoeveel hebben de tickets gekost?

Ile kosztowały bilety?

Hoeveel honger heb je, Tom?

Jak bardzo jesteś głodny Tom?

Hoeveel hou je van Tom?

Jak bardzo kochasz Toma?

Hoeveel kost de kilo prei?

Ile kosztuje kilo poru?

Hoeveel kost een fles bier?

Ile kosztuje butelka piwa?

Hoeveel heeft deze bril gekost?

Ile kosztowały te okulary?

Hoeveel talen spreek je goed?

- Iloma językami dobrze się posługujesz?
- W ilu językach dobrze mówisz?

Hoeveel inwoners heeft deze stad?

Ilu mieszkańców liczy to miasto?

Hoeveel mensen heb je uitgenodigd?

- Ile osób zaprosiłeś?
- Ile osób zaprosiłaś?

Hoeveel tijd hebben we nodig?

Ile czasu potrzebujemy?

- Hoeveel kost de bus?
- Hoeveel kost een busreis?
- Wat kost het met de bus?

Ile kosztuje przejazd autobusem?

Hoeveel tijd blijft er nog over?

Ile zostało czasu?

Hoeveel meren zijn er in Finland?

Ile jest jezior w Finlandii?

Hoeveel mensen wonen er op Antarctica?

Ilu ludzi mieszka na Antarktydzie?

Hoeveel is het voor een persoon?

Ile to kosztuje dla jednej osoby?

Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?

Ile jajek byłeś w stanie dostać wczoraj?

Hoeveel tijd heeft je dat gekost?

Ile czasu Tobie to zajęło?

Hoeveel letters telt het Engelse alfabet?

Ile liter ma alfabet angielski?

Hoeveel studenten zijn er in totaal?

Ilu jest tu studentów?

Hoeveel geeft hij uit per maand?

Ile on wydaje na miesiąc?

Hoeveel hebt ge er nog over?

Ile ci jeszcze zostało?

Hoeveel leerlingen zijn er in totaal?

Ilu jest tu uczniów?

Hoeveel haltes zijn het vanaf hier?

Ile to przystanków stąd?

Hoeveel kost de ananas per kilogram?

Ile kosztuje kilogram ananasów?

Tom weet niet hoeveel Mary weegt.

Tom nie wie, ile waży Mary.

Hoeveel huiswerk krijg je elke dag?

Ile zadań domowych dostajesz każdego dnia?

hoeveel weten we eigenlijk over onze oceanen?

Ile tak naprawdę wiemy o naszych ocenach?

Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?

Ile książek jest na stole?

Hoeveel jongens zijn er in deze klas?

Ilu chłopców jest w tej klasie?

Hoeveel katten zijn er in dit huis?

Ile kotów jest w tym domu?

Hoeveel eieren zijn er in de keuken?

Ile jajek jest w kuchni?