Translation of "Boek" in Japanese

Dit boek is een nieuw boek.

あの本は新しい本です。

- Doe het boek toe.
- Doe het boek dicht.
- Sluit het boek.

- 本を閉じなさい。
- 本を閉じて。
- 本を閉じろ！
- その本を閉じなさい！

- Doe het boek dicht.
- Sluit het boek.

本を閉じて。

- Het is jouw boek.
- Het is uw boek.
- Het is jullie boek.

- あなたの本です。
- これは君の本だよ。

- Dit is een boek.
- Dat is een boek.

それは本です。

- Dat boek is nieuw.
- Dit boek is nieuw.

この本は新しい。

- Heb jij een boek?
- Hebben jullie een boek?

君は本を持ってる?

- Is dit jouw boek?
- Is dit uw boek?

- これはあなたの本ですか。
- これは君の本ですか？

- Dat boek is klein.
- Dit boek is klein.

- 本は小さいです。
- この本は小さい。

- Dat boek is zwaar.
- Dit boek is zwaar.

この本は重い。

- Dit boek is nagelnieuw.
- Dit boek is splinternieuw.

この本はとても新しいです。

Dit boek is even interessant als dat boek.

この本はあの本と同じくらいおもしろい。

Sluit het boek.

本を閉じて。

Lees dit boek.

この本を読みなさい。

- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?

- 誰がこの本を書いたのか。
- だれがこの本を書いたのですか。

- Wiens boek is dit?
- Van wie is dat boek?

- これ誰の本？
- これは誰の本ですか。
- これ誰の本ですか？

- Dat is haar boek.
- Dit boek is van haar.

これは彼女の本です。

Dit boek is niet zo interessant als dat boek.

この本はあの本ほどおもしろくない。

- Dit is een boek.
- Hier heb je een boek.

これは本です。

- Welk boek is van u?
- Welk boek is van jou?

- どれが君の本ですか。
- あなたの本はどちらですか。

- Heb je dit nieuw boek?
- Heeft u dit nieuw boek?

この新しい本を持っていますか。

- Dit boek was erg interessant.
- Dit boek was zeer interessant.

この本とてもおもしろかったわ。

- Hij pakte het boek op.
- Hij raapte het boek op.

彼はその本を拾い上げた。

Lees het boek hardop.

声を出して本を読みなさい。

Het boek is hier.

ここに本がある。

Welk boek is beter?

どちらの本がよいですか。

Dit is een boek.

- それは本です。
- これは本です。

Geef mij het boek.

- その本をとってくれ。
- その本ちょうだい。

Waar is het boek?

その本はどこにありますか。

Ze nam haar boek.

彼女は自分の本を手に取った。

Hij leest een boek.

- 彼は今本を読んでいます。
- 彼は本を読んでいます。

Ik wil een boek.

私は本が欲しい。

Ik las een boek.

私は本を読んでいました。

Ik verkocht een boek.

私は本を売った。

Het boek is groot.

その本は大きい。

Dit is mijn boek.

これは私の本です。

Ze verloor een boek.

- 彼女は本を失くしました。
- 彼女は本を紛失しました。

Wiens boek is dit?

- これ誰の本？
- これは誰の本ですか。

Ik kocht een boek.

- 私は本を買いました。
- 私は一冊の本を買った。

Doe je boek dicht.

本を閉じなさい。

Marc heeft mijn boek.

マークが私の本を持っている。

Dat is mijn boek.

- あれは私の本です。
- それは僕の本です。

Waar is mijn boek?

私の本はどこにありますか。

Dit boek was gemakkelijk.

その本はやさしかった。

Dat boek was interessant.

その本、おもしろかったよ。

Dit is Toms boek.

この本はトムのものです。

Wat een interessant boek!

なんて面白い本なんだ！

Mijn boek weegt veel.

私の本はとても重い。

Ik lees zijn boek.

彼の本を読みました。

Het boek is makkelijk.

- その本は易しい。
- その本は簡単です。

Het boek is klein.

- その本は小さい。
- 本は小さい。

Je boek is hier.

あなたの本がここにあります。

Ik heb een boek.

私は本がある。

Ik lees een boek.

- 私は本を読んだ。
- 私は本を読みました。
- 本を読みました。

Dit boek is nieuw.

- この本は新しい。
- こちらの本は新刊です。

Dit boek was nieuw.

この本は新しかった。

Dit boek is oud.

この本は古い。

Het is dit boek.

この本です。

Dat is jullie boek.

あれはあなたの本です。

Dat boek is klein.

あの本は小さい。

Was het boek interessant?

その本はおもしろかったですか。

- Gisteren heb ik een boek gekocht.
- Gisteren kocht ik een boek.

昨日本を買った。

- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.

私はこの本を読んでいます。

- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.

本を読んでいるんです。

- Tom is een boek aan het lezen.
- Tom leest een boek.

トムは本を読んでいる。

- Heb je voor het boek betaald?
- Heeft u voor het boek betaald?
- Hebben jullie voor het boek betaald?

君は本の代金を払ったのか。

- Open uw boek op bladzijde negen.
- Open je boek op bladzijde negen.

- 九ページを開きなさい。
- 教科書の９ページを開いてください。

- Ik heb dit boek al uit.
- Ik heb dit boek al uitgelezen.

- 私は既にこの本を読み終えました。
- この本はもう読み終わったよ。

- Dit boek is überhaupt niet interessant.
- Dit boek is helemaal niet interessant.

この本は全然おもしろくない。

- Niet iedereen houdt van dat boek.
- Niet iedereen vindt dat boek leuk.

すべての人がその本が好きだというわけではない。