Translation of "Zee" in German

In zee te zwemmen betekent niet de zee te bezitten.

Im Meer zu schwimmen, bedeutet nicht, das Meer zu besitzen.

De zee was spiegelglad.

Das Meer war spiegelglatt.

Hij reist over zee.

Er reist über das Meer.

De zee is groen.

Die See ist grün.

De zee is blauw.

Das Meer ist blau.

De zee is ruig.

- Die See ist rau.
- Die See ist stürmisch.

- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.

Er fürchtet sich vor dem Meer.

En regenden in de zee.

und regneten ins Meer.

Dat je de zee bent

dass du das Meer bist,

De zee kan 's nachts...

Die See kann nachts...

Vissen leven in de zee.

Fische leben im Meer.

Het schip was op zee.

Das Schiff war auf See.

Vele mannen stierven op zee.

Viele Männer starben auf dem Meer.

De zee is heel diep.

- Das Meer ist sehr tief.
- Die See ist sehr tief.

De zee was erg glad.

Das Meer war sehr glatt.

Gisteren ging Betty naar zee.

Betty ging gestern ans Meer.

Mijn huis ligt aan zee.

Mein Haus liegt am Meer.

Ik hou van de zee.

Ich liebe das Meer.

Wat zijn octopussporen... ...en zee-egelsporen...

Was ist der Unterschied zwischen Krakenspuren und Herzigelspuren,

Ik ging in de zee zwemmen.

Ich ging im Meer schwimmen.

Hij wou naar de zee rijden.

- Er wollte zur See fahren.
- Er wollte ans Meer fahren.

De vogels staken de zee over.

Die Vögel überflogen das Meer.

Er zijn eilanden in de zee.

- Im Meer sind Inseln.
- Im Meer gibt es Inseln.

De zee scheidt Ierland van Engeland.

Irland und England werden durch das Meer getrennt.

Japan is omringd door de zee.

Japan ist von Meer umgeben.

Wij wonen dicht bij de zee.

Wir leben nahe am Meer.

Hij is bang voor de zee.

Er hat Angst vor dem Meer.

- Ik zou graag met jullie naar zee rijden.
- Ik zou graag met jou naar zee gaan.

- Ich möchte gern mit dir ans Meer fahren.
- Ich möchte gern mit euch ans Meer fahren.
- Ich möchte gern mit Ihnen ans Meer fahren.

En ik moest in de zee zijn.

Das konnte ich nur, indem ich in diesem… …Ozean war.

Hij reed te paard naar de zee.

Er ritt ein Pferd ans Meer.

Ik ben in de zee gaan zwemmen.

Ich bin im Meer schwimmen gegangen.

Na de storm was de zee kalm.

- Nach dem Unwetter war das Meer ruhig.
- Nach dem Sturm war die See ruhig.

Dat meer ziet eruit als een zee.

Der See dort sieht wie ein Meer aus.

De aarde bestaat uit zee en land.

Die Erde besteht aus Meer und Land.

Ze is op Mallorca, zonnebadend aan zee.

Sie ist auf Mallorca und sonnt sich am Strand.

Haar huis is dicht bij de zee.

Ihr Haus ist nahe am Meer.

Een mooie meeuw vliegt over de zee.

Eine schöne Möwe fliegt über das Meer.

Ze heeft nog nooit de zee gezien.

Sie hat nie das Meer gesehen.

Ze heeft een huis aan de zee.

Sie hat ein Haus am Meer.

Tussen Europa en Azië ligt geen zee.

Zwischen Europa und Asien liegt kein Meer.

Toms huis is vlak bij de zee.

Toms Haus liegt am Meer.

- Wat vind je leuker, de zee of de bergen?
- Wat vinden jullie leuker, de zee of de bergen?

- Was gefällt dir besser, das Meer oder die Berge?
- Was gefällt Ihnen besser, das Meer oder die Berge?

Natuurlijk is er ook het leven in zee,

Und natürlich gibt es Leben im Meer,

Lichten van de stad schijnen over de zee...

Die Lichter der Stadt reichen bis aufs Meer.

Opgenomen wordt door het land en de zee

wird nämlich im Moment von der Erde und dem Meer aufgenommen.

Na de storm werd de zee terug kalm.

Nach dem Sturm wurde das Meer wieder ruhig.

Ik hou van het ruisen van de zee.

Ich liebe das Rauschen des Meeres.

Hij zwom met zijn broer in de zee.

Er ist mit seinem Bruder im Meer geschwommen.

- De oceaan was rustig.
- De zee was kalm.

Der Ozean war ruhig.

- De walvis is een reusachtig zoogdier dat in de zee leeft.
- Walvissen zijn reusachtige zoogdieren die in de zee leven.

- Der Wal ist ein sehr großes Säugetier, das im Meer lebt.
- Wale sind riesige Säugetiere, die im Meer leben.

En ten tweede in werkelijkheid tot de zee behoren.

und zweitens, dass wir in Wirklichkeit zum Meer gehören.

En dat je altijd al de zee geweest bent,

und dass du vor allen Dingen immer das Meer gewesen bist,

Waardoor je je herinnert dat je de zee bent.

dass du dich wieder daran erinnerst, dass du das Meer bist.

In de zomer zwem ik vaak in de zee.

Im Sommer gehe ich oft an den Strand zum Schwimmen.

Walvissen zijn reusachtige zoogdieren die in de zee leven.

Wale sind riesige Säugetiere, die im Meer leben.

Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.

Vergangenes Jahr verbrachte er drei Monate auf See.

Om te navigeren over zee en in de lucht.

auf dem Meer und im Himmel überflüssig.

In september zijn er veel kwallen in de zee.

Im September gibt es im Meer viele Quallen.

Wat vind je leuker, de zee of de bergen?

Was gefällt dir besser, das Meer oder die Berge?

Als kind ging ik elke zomer naar de zee.

Als Kind bin ich jeden Sommer an die Küste gefahren.

- Deze zomer gaan we naar de bergen en naar zee.
- Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

Diesen Sommer werden wir ins Gebirge gehen und an die See.

Zo werd het kleine beekje een deel van de zee.

So wurde der kleine Bach Teil vom Meer.