Translation of "Blauw" in German

- Is dit blauw?
- Is dat blauw?

Ist das blau?

- De lucht is blauw.
- De hemel is blauw.

Der Himmel ist blau.

- Zijn fiets is blauw.
- Haar fiets is blauw.

- Sein Fahrrad ist blau.
- Ihr Fahrrad ist blau.

- De lucht was blauw.
- De hemel was blauw.

Der Himmel war blau.

- Haar ogen zijn blauw.
- Zijn ogen zijn blauw.

- Seine Augen sind blau.
- Ihre Augen sind blau.

- Die bloem is blauw.
- De bloem is blauw.

Die Blume ist blau.

Zij zijn blauw.

- Sie sind blau.
- Sie sind niedergeschlagen.

Is het blauw?

Ist es blau?

Is dat blauw?

Ist das blau?

Is dit blauw?

Ist das blau?

- Toms ogen zijn blauw.
- Tom zijn ogen zijn blauw.

Toms Augen sind blau.

Mijn ogen zijn blauw.

Meine Augen sind blau.

De hemel is blauw.

Der Himmel ist blau.

De auto is blauw.

Das Auto ist blau.

Blauw staat je goed.

- Blau steht dir gut.
- Blau steht euch gut.
- Blau steht Ihnen gut.

Haar ogen zijn blauw.

Ihre Augen sind blau.

Zijn fiets is blauw.

Sein Fahrrad ist blau.

Haar fiets is blauw.

Ihr Fahrrad ist blau.

Zijn ogen zijn blauw.

Seine Augen sind blau.

Jouw lippen zijn blauw.

Du hast blaue Lippen.

Het meer is blauw.

Der See ist blau.

Het water was blauw.

Das Wasser war blau.

Mijn zakdoek is blauw.

Mein Taschentuch ist blau.

Mijn lievelingskleur is blauw.

Meine Lieblingsfarbe ist Blau.

De zee is blauw.

Das Meer ist blau.

De bloem is blauw.

Die Blume ist blau.

Deze bloem is blauw.

Diese Blume ist blau.

Toms ogen zijn blauw.

Toms Augen sind blau.

Is de hemel blauw? Ja.

Ist der Himmel blau? - Ja.

Tom heeft een blauw oog.

Tom hat ein blaues Auge.

Hij verfde het plafond blauw.

Er hat die Decke blau gestrichen.

Mijn oude jurk is blauw.

Mein altes Kleid ist blau.

Waarom is de hemel blauw?

- Wieso ist der Himmel blau?
- Warum ist der Himmel blau?

Wat is de hemel blauw!

Wie ist der Himmel blau!

Dat is een blauw huis.

Das ist ein blaues Haus.

Mijn ogen zijn niet blauw.

Meine Augen sind nicht blau.

Hij werd bont en blauw geslagen.

Er wurde grün und blau geschlagen.

Tom sloeg Mary bont en blauw.

- Tom hat Mary grün und blau geschlagen.
- Tom schlug Mary grün und blau.

Ik heb de poort blauw geverfd.

Ich habe die Tür blau angestrichen.

Heeft u een in het blauw?

Haben Sie einen in blau?

- Wat is jouw lievelingskleur, blauw of groen?
- Welke kleur heb je liever, blauw of groen?
- Aan welke kleur geeft u de voorkeur, blauw of groen?

- Welche Farbe ziehst du vor: Blau oder Grün?
- Welche Farbe ziehen Sie vor: Blau oder Grün?
- Welche Farbe zieht ihr vor: Blau oder Grün?

Dolfijnenogen zijn zeer gevoelig voor blauw licht.

Delfinaugen sind für blaues Licht besonders empfindlich.

Weet je waarom de hemel blauw is?

Weißt du, warum der Himmel blau ist?

Hij heeft altijd een blauw hemd aan.

Er trägt immer blaue Hemden.

De ogen van dit meisje zijn blauw.

Die Augen des Mädchens sind blau.