Translation of "Versta" in German

Versta je?

Verstehst du?

Versta je Frans?

Verstehst du Französisch?

- Versta je?
- Begrijpt u?

- Verstehen Sie?
- Verstehst du?

Ik versta geen Engels.

Ich verstehe kein Englisch.

Ik versta geen Duits.

Ich verstehe kein Deutsch.

Dat versta ik niet.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe das nicht.

Ik versta geen Frans

Ich verstehe kein Französisch.

Wat versta ik niet?

Was verstehe ich nicht?

Ik versta hem niet.

Ich verstehe ihn nicht.

Ik versta muziek niet.

Ich verstehe die Musik nicht.

Ik versta helemaal geen Frans.

Ich verstehe überhaupt kein Französisch.

Ik versta er niet veel van.

- Ich verstehe nicht viel davon.
- Davon verstehe ich nicht viel.

Versta je wat ik wil zeggen?

- Weißt du, was ich meine?
- Verstehst du, was ich meine?
- Verstehen Sie, was ich meine?
- Versteht ihr, was ich meine?

Ik versta niet wat ze zei.

Ich kann nicht verstehen, was sie gesagt hat.

Ik versta dat hij kwaad is.

Ich verstehe seinen Ärger.

Ik versta dit probleem echt niet.

Ich verstehe dieses Problem wirklich nicht.

- Begrijp je Engels?
- Versta jij Engels?

Verstehen Sie Englisch?

Ik versta die vraag echt niet.

Ich kann die Frage echt nicht verstehen.

Ik versta deze opgave echt niet.

Ich verstehe dieses Problem wirklich nicht.

Versta haar stilzwijgen niet als een "ja".

Sieh ihr Schweigen nicht als Zustimmung.

Als Tom voorleest, versta je elk woord.

Wenn Tom vorliest, versteht man jedes Wort.

Ik versta geen woord van wat hij zegt.

Ich verstehe kein Wort von dem, was er sagt.

- Verstaat ge?
- Versta je?
- Begrijpt u?
- Begrijp je?

- Kapierst du?
- Verstehst du?

- Dat versta ik niet.
- Ik snap het niet.

- Ich verstehe nicht.
- Ich verstehe es nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Dat versta ik niet.
- Dat begrijp ik niet.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Ik begrijp u niet.
- Ik versta u niet.

- Ich verstehe Sie nicht.
- Ich verstehe euch nicht.
- Ich verstehe dich nicht.

Ik versta geen woord van wat Tom zegt.

Ich kann nicht ein Wort von dem verstehen, was Tom sagt.

- Ik weet het niet.
- Ik versta het niet.

- Ich weiß nicht.
- Weiß ich nicht.
- Ich habe keine Ahnung.

- Ik begrijp het niet.
- Dat versta ik niet.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe ihn nicht.
- Ich verstehe es nicht.
- Daraus werde ich nicht schlau.
- Ich verstehe das nicht.

Ik versta je niet. Mijn oren doen pijn.

Ich verstehe dich nicht. Ich habe Ohrenweh.

- Verstaat ge?
- Versta je?
- Zie je?
- Begrijp je?

Kapierst du?

Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.

Ich höre nicht, was du sagst; es ist zu laut hier.

- Ik versta muziek niet.
- Ik begrijp de muziek niet.

Ich verstehe die Musik nicht.

- Versta je Frans?
- Verstaat u Frans?
- Verstaan jullie Frans?

- Verstehst du Französisch?
- Verstehen Sie Französisch?
- Versteht ihr Französisch?

- Versta je Italiaans?
- Verstaat u Italiaans?
- Verstaan jullie Italiaans?

Verstehen Sie Italienisch?

Ik versta geen Chinees maar ik wil het graag leren.

Ich verstehe kein Chinesisch, aber ich möchte es lernen.

- Verstaat ge?
- Versta je?
- Begrijpt u?
- Zie je?
- Snap je?

- Verstehen Sie?
- Kapierst du?
- Verstehst du?
- Versteht ihr?

- Ik versta zijn mop niet.
- Ik begrijp zijn grapje niet.

Ich verstehe seinen Witz nicht.

- Je spreekt zo snel dat ik geen woord van wat je zegt, versta
- Je spreekt zo snel dat ik geen woord versta van wat je zegt.

Du sprichst so schnell, dass ich kein Wort verstehe von dem, was du sagst.

- Ik versta deze opgave echt niet.
- Ik begrijp dit probleem helemaal niet.

Ich verstehe dieses Problem wirklich nicht.

- Versta je wat ik wil zeggen?
- Begrijp je wat ik wil zeggen?

- Verstehen Sie, was ich damit sagen will?
- Verstehen Sie, was ich meine?

- Versta je wat ik je zeg?
- Begrijp je wat ik tegen je zeg?

Verstehst du, was ich dir sage?

- Ik weet niet wat je bedoelt.
- Ik versta niet wat ge wilt zeggen.

Ich verstehe nicht, was du meinst.

Hoe gecharmeerd ben ik altijd als ik een Duits woord opvang dat ik versta!

Wie bin ich entzückt, wenn ich ein deutsches Wort aufschnappe, das ich verstehe!

- Ik begrijp er geen woord van.
- Ik begrijp geen woord.
- Ik versta geen woord.

Ich verstehe kein Wort.

- Ik begrijp geen woord van wat hij zegt.
- Ik versta geen woord van wat hij zegt.

- Ich verstehe kein Wort von dem, was er sagt.
- Ich verstehe nicht ein Wort von dem, was er sagt.

- Dat versta ik niet.
- Dat begrijp ik niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.

- Ich verstehe es nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Ik begrijp het niet.
- Dat versta ik niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Verstaat ge wat ik wil zeggen?
- Versta je wat ik wil zeggen?
- Begrijp je wat ik wil zeggen?

Verstehst du, was ich sagen will?

- Verstaat ge wat ik u zeg?
- Versta je wat ik je zeg?
- Begrijp je wat ik tegen je zeg?

Verstehst du, was ich dir sage?

- Snap je het?
- Verstaan?
- Versta je?
- Begrepen?
- Heb je het begrepen?
- Heb je het gesnapt?
- Snappen jullie?
- Begrijp je?

Kapiert?

- Ik weet niet wat je bedoelt.
- Ik versta niet wat ge wilt zeggen.
- Ik begrijp niet wat je bedoelt.

- Ich weiß nicht, was du meinst.
- Ich verstehe nicht, was du zu sagen versuchst.
- Ich verstehe nicht, was du meinst.
- Ich verstehe nicht, was ihr meint.
- Ich verstehe nicht, was Sie meinen.

- Ik versta het, maar ik kan het niet goedkeuren.
- Ik begrijp het maar ik ben het er niet mee eens.

Ich verstehe, aber ich kann nicht zustimmen.

"Ik versta perfect Italiaans" pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.

"Ich kann perfekt Italienisch", sagte sie angeberisch, während sie sich aus dem Menü ein Gericht aussuchte, aber als das Essen serviert wurde, war es gar nicht das, was sie erwartete.