Translation of "Ophouden" in German

0.009 sec.

Examples of using "Ophouden" in a sentence and their german translations:

Het regende zonder ophouden.

- Es regnete pausenlos.
- Es regnete ununterbrochen.

Het regent zonder ophouden.

- Es regnet ununterbrochen.
- Es regnet die ganze Zeit.

Je moet onmiddellijk ophouden!

Du musst sofort aufhören!

Ik wil ermee ophouden.

- Ich will aufhören.
- Ich will kündigen.

Tom wil ermee ophouden.

Tom will aufhören.

- Je moet ophouden tegen jezelf te liegen.
- U moet ophouden tegen uzelf te liegen.

- Du musst aufhören, dir selbst etwas vorzumachen.
- Du musst aufhören, dich selbst zu belügen.

Kun je alstublieft ophouden met zingen?

Könntest du bitte aufhören zu singen?

- Niet stoppen.
- Stop niet.
- Niet ophouden.

Hör nicht auf.

Eerst moet u ophouden met roken.

Als Erstes müssen Sie aufhören zu rauchen.

Ik wil u niet verder ophouden.

Ich will Sie nicht weiter aufhalten.

U moet daar nu mee ophouden.

Du musst jetzt damit aufhören.

Het regende de ganse dag zonder ophouden.

Es hat den ganzen Tag ohne Unterbrechung geregnet.

- Het regent ononderbroken.
- Het regent zonder ophouden.

Es regnet ununterbrochen.

Me moeten ermee ophouden onszelf te bedriegen.

Wir müssen aufhören, uns selbst etwas vorzumachen.

Hij wou niet ophouden haar te kussen.

Er wollte nicht aufhören, sie zu küssen.

- Misschien zou ik nu moeten stoppen.
- Misschien zou ik nu moeten ophouden.
- Misschien kan ik nu beter ophouden.

Vielleicht sollte ich jetzt aufhören.

Ze zei dat ik moest ophouden met roken.

Sie sagte, ich solle mit dem Rauchen aufhören.

- Je moet onmiddellijk ophouden!
- Stop daar onmiddellijk mee!

Höre augenblicklich damit auf!

- Eerst moet je ophouden met roken.
- Eerst moet u ophouden met roken.
- Om te beginnen moet je stoppen met roken.

- Als Erstes musst du mit dem Rauchen aufhören.
- Als Erstes müssen Sie aufhören zu rauchen.

- Het regent zonder ophouden.
- Het regent de hele tijd.

Es regnet die ganze Zeit.

Wanneer zal je ophouden met ons uit te schelden?

Wann wirst du aufhören, uns auszuschimpfen?

Hij werkte zonder ophouden van 's morgens tot 's avonds.

Er arbeitete ununterbrochen von morgens bis abends.

Mijnheer Koizumi spreekt maar door en weet van geen ophouden.

Herr Koizumi redet ohne Punkt und Komma.

Ik kan niet ophouden eraan te denken wat ze mij aangedaan hebben.

Ich kann nicht aufhören, daran zu denken, was sie mir angetan haben.

Stel u voor dat ge begint te hikken en niet meer kunt ophouden.

Stell dir vor, du bekommst einen Schluckauf und kannst nicht aufhören damit.

- Tom kan niet meer stoppen met lachen.
- Tom kan niet ophouden te lachen.

Tom kann nicht mehr aufhören zu lachen.

Als je niet dom wilt worden gevonden, moet je ophouden met domme dingen te zeggen.

Wenn du nicht willst, dass man dich für blöd hält, solltest du aufhören, Blödsinn zu reden.

- Stop!
- Hou op!
- Dat is genoeg.
- Dat volstaat.
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Halt!
- Ophouden!

- Hör auf!
- Lass das.

- Stop!
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Hou daar toch mee op.
- Ophouden!
- Stop daarmee!

Hör auf damit!