Translation of "Geloofde" in German

0.006 sec.

Examples of using "Geloofde" in a sentence and their german translations:

- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.

- Ich habe dir geglaubt.
- Ich glaubte dir.
- Ich glaubte Ihnen.
- Ich habe Ihnen geglaubt.

Niemand geloofde mij.

- Niemand glaubt mir.
- Keiner glaubt mir.
- Niemand glaubte mir.

Ik geloofde u.

- Ich habe dir geglaubt.
- Ich glaubte dir.
- Ich glaubte Ihnen.
- Ich habe Ihnen geglaubt.

Niemand geloofde Tom.

- Keiner hat Tom geglaubt.
- Niemand hat Tom geglaubt.

Tom geloofde Maria.

Tom glaubte Maria.

Ik geloofde hem.

- Ich glaubte ihm.
- Ich habe ihm geglaubt.

Eerst geloofde niemand mij.

Am Anfang hat mir niemand geglaubt.

Ze geloofde het gerucht niet.

Sie glaubte dem Gerücht nicht.

Mijn zoon geloofde me niet.

Mein Sohn glaubte mir nicht.

Ik ben dankbaar dat je me geloofde.

Ich bin dankbar dafür, dass du mir geglaubt hast.

Ik geloofde er zelf eerst ook in.

Anfangs glaubte ich dasselbe.

Ik geloofde dat hij zijn belofte zou houden.

Ich glaubte, er würde sein Versprechen halten.

Tot welke leeftijd geloofde jij nog in de Kerstman?

Wie lange hast du an den Weihnachtsmann geglaubt?

Toen ik klein was, geloofde ik in de kerstman.

Als ich klein war, habe ich an den Weihnachtsmann geglaubt.

Ik geloofde geen woord van wat mijn opa zei.

Ich habe meinem Großvater überhaupt nicht geglaubt.

Bijna niemand geloofde dat jachtluipaarden in 't donker konden jagen.

Viele bezweifelten, dass Geparden im Dunkeln jagen können.

Net zoals de meeste Inca's, geloofde hij in dit verhaal.

Wie die meisten Inkas glaubte er diese Geschichte.

Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.

Als Kind glaubte ich an den Weihnachtsmann.

Hij had, geloofde ik, het recht niet om dat te doen.

Er hatte, glaubte ich, kein Recht, das zu tun.

- Waarom hebt ge mij niet geloofd?
- Waarom geloofde je me niet?
- Waarom geloofde u me niet?
- Waarom geloofden jullie me niet?
- Waarom heb je mij niet geloofd?

- Warum hast du mir nicht geglaubt?
- Warum habt ihr mir nicht geglaubt?
- Warum haben Sie mir nicht geglaubt?

Maar er was één persoon die niet geloofde dat ik mijn verdriet overwonnen had.

Aber eine Person kaufte mir die Geschichte meines Sieges über die Trauer nicht ab.

- Ik dacht dat hij een arts was.
- Ik geloofde dat hij een arts was.

Ich dachte, er wäre ein Arzt.