Translation of "Boer" in German

0.004 sec.

Examples of using "Boer" in a sentence and their german translations:

Ik boer veel.

Ich rülpse viel.

Mijn opa was boer.

- Mein Opa war Bauer.
- Mein Großvater war Landwirt.

Hij wilde boer worden.

Er wollte Bauer werden.

Ik heb harten boer.

Ich habe den Herzbuben.

Tom is een boer.

Tom ist Bauer.

Mijn vader is een boer.

Mein Vater ist Bauer.

Tom wilde een boer worden.

Tom wollte Landwirt werden.

...een gewone burger en een boer...

einem gewöhnlichen Bürger und einem Feldarbeiter genauso gut

"Hé, Willy" riep de boer luid.

"Hey, Willi!" rief der Bauer mit lauter Stimme.

De boer ging de varkensstal binnen.

Der Bauer ging in den Schweinestall hinein.

- Ik ben landbouwer.
- Ik ben boer.

Ich bin Bauer.

"Spreek niet zo dom!" zei de boer.

„Erzähl keinen Unsinn!“ sagte der Bauer.

De boer bewerkt met zorg zijn land.

Der Bauer bearbeitete sorgsam sein Anwesen.

- Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
- Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.

- Was der Bauer nicht kennt, das frisst er nicht.
- Was der Bauer nicht kennt, das isst er nicht.

Dat is wat de term ‘kleine boer’ betekent.

Das bedeutet der Begriff "Kleinbauer".

De boer verkoopt zijn boerenbrood op de markt.

Der Bauer verkaufte sein Bauernbrot auf dem Markt.

Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.

Was der Bauer nicht kennt, das frisst er nicht.

Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.

- Was der Bauer nicht kennt, das frisst er nicht.
- Was der Bauer nicht kennt, das isst er nicht.

Tom heeft een baan gevonden bij een lokale boer.

Tom hat bei einem Bauern vor Ort eine Arbeit gefunden.

We konden niet zomaar verhuizen en in het noorden boer worden.

Wir konnten nicht einfach losfahren, um im Norden Bauern zu werden.

Als de vos de passie preekt, boer, let op uw kippen.

Wenn ein Fuchs Reue zeigt, pass auf die Küken auf.

Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.

Fällt der Bauer tot vom Traktor, steht am Waldrand ein Reaktor.

Valt de maan 's nachts op de daken, doet hij iedere boer ontwaken.

Fällt der Vollmond nachts aufs Dach, werden alle Bauern wach.

- Valt de volle maan 's nachts op het dak, dan worden alle boeren wakker.
- Valt de maan 's nachts op de daken, doet hij iedere boer ontwaken.

Fällt der Vollmond nachts aufs Dach, werden alle Bauern wach.