Translation of "Alle" in German

0.024 sec.

Examples of using "Alle" in a sentence and their german translations:

alle frustratie

jeglichen Frust

- Sluit alle ramen.
- Doe alle ramen dicht!

- Schließ alle Fenster.
- Schließe alle Fenster.

- Alle bussen zitten vol.
- Alle bussen zijn vol.

- Jeder Bus ist voll.
- Alle Busse sind voll.

- Alle kameraden sliepen.
- Alle kameraden waren in slaap.

Alle Kameraden schliefen.

- Alle mensen moeten sterven.
- Alle mannen moeten sterven.

Alle Menschen müssen sterben.

- Alle studenten waren daar.
- Alle studenten waren aanwezig.

- Alle Schüler waren da.
- Alle Studenten waren da.
- Alle Studenten waren anwesend.

alle gecultiveerde systemen,

aller Anbausysteme,

Alle studenten applaudisseerden.

- Alle Studenten applaudierten.
- Alle Studenten haben Beifall geklatscht.

Alle jongens dansten.

Alle Jungen tanzten.

Alle geluid verstomde.

Jedes Geräusch verstummte.

Alle kinderen zitten.

Alle Kinder sitzen.

Alle studenten juichten.

Alle Studenten jubelten.

Sluit alle ramen.

Schließe alle Fenster.

Alle baby's huilen.

Alle kleinen Kinder weinen.

Alle telefoons gingen.

Sämtliche Telefone klingelten.

- In alle woordenboeken staan fouten.
- Alle woordenboeken bevatten fouten.

Alle Wörterbücher enthalten Fehler.

Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.

- Alle Pferde sind Tiere, jedoch nicht alle Tiere sind Pferde.
- Alle Pferde sind Tiere, aber nicht alle Tiere sind Pferde.

- Wie heeft alle sinaasappels opgegeten?
- Wie heeft alle appelsienen opgegeten?

Wer hat alle Apfelsinen aufgegessen?

Alle mensen zijn gelijk.

Alle Menschen sind gleich.

Alle zitplaatsen zijn gereserveerd.

Alle Sitzplätze sind reserviert.

Alle kabinetsleden waren aanwezig.

- Alle Mitglieder des Kabinetts waren anwesend.
- Alle Kabinettsmitglieder waren anwesend.

Alle leden waren aanwezig.

Alle Mitglieder waren anwesend.

Alle mannen zijn ijverig.

All diese Männer sind fleißig.

Probeer met alle middelen.

Versuchen Sie es mit allen Mitteln.

Alle mensen ademen lucht.

Alle Menschen atmen Luft.

Alle koekjes zijn stervormig.

Die Kekse sind alle sternförmig.

Alle bussen zitten vol.

Alle Busse sind voll.

Alle bussen zijn vol.

Alle Busse sind voll.

Kunnen alle vogels vliegen?

Können alle Vögel fliegen?

Alle ballen zijn geel.

Alle Bälle sind gelb.

Alle honden zijn trouw.

Alle Hunde sind treu.

Alle studenten waren daar.

- Alle Schüler waren da.
- Alle Studenten waren anwesend.

Alle honden zijn levend.

- Alle Hunde sind lebendig.
- Alle Hunde sind am Leben.

Alle vrouwen zijn mooi.

Alle Frauen sind schön.

Alle studenten zijn aanwezig.

Alle Schüler sind anwesend.

Zijn dat alle koffers?

Sind das alle Koffer?

Alle woordenboeken bevatten fouten.

Alle Wörterbücher enthalten Fehler.

Laat varen alle hoop!

- Lass alle Hoffnung fahren!
- Lasst alle Hoffnung fahren!

Alle mensen moeten sterven.

Alle Menschen müssen sterben.

Alle appels zijn rood.

Alle Äpfel sind rot.

Alle melk was gemorst.

Er verschüttete die ganze Milch.

Tom verdient alle bewondering.

Tom verdient Bewunderung.

Zijn alle zwanen wit?

Sind alle Schwäne weiß?

Zijn alle dokters gezond?

Besitzen alle im Gesundheitswesen Tätigen eine guten Gesundheitszustand?

Alle politieagenten zijn klootzakken.

Die Bullen sind alle Drecksäcke.

Alle ingrediënten zijn biologisch.

Alle Zutaten sind bio.

Alle studenten hebben gelachen.

Alle Studenten haben gelacht.

Tom at alle gummiberen.

Tom hat alle Gummibären aufgegessen.

Alle vogels hebben veren.

Alle Vögel haben Federn.

Hebben alle vogels veren?

Haben alle Vögel Federn?

- Bijna alle honden zijn levend.
- Bijna alle honden zijn in leven.

Fast alle Hunde sind am Leben.

- Zijn alle passagiers al ingestapt?
- Zijn alle passagiers al aan boord?

Sind alle Fahrgäste schon eingestiegen?

- Hij deed het uitstekend in alle vakken.
- Hij excelleerde in alle vakken.

Er glänzte in allen Fächern.

Alle barrières liggen achter ons.

Alle Hürden liegen hinter uns.

Moet ik alle vragen beantwoorden?

Muss ich alle Fragen beantworten?

Bijna alle honden zijn levend.

Fast alle Hunde sind am Leben.

Niet alle dieren zijn wild.

Nicht alle Tiere sind wild.

Niet alle vogels kunnen vliegen.

Nicht alle Vögel können fliegen.

Hij gaf alle hoop op.

- Er gab alle Hoffnung auf.
- Er ließ alle Hoffnung fahren.

Hij heeft alle hoop verloren.

Er verlor jede Hoffnung.

Alle jongens spelen graag honkbal.

Alle Jungen spielen gerne Baseball.