Translation of "Uitnodigen" in French

Mag ik u uitnodigen?

Puis-je vous inviter ?

Ik zal je uitnodigen.

Je t'inviterai.

Je mag uitnodigen wie je wilt.

Tu peux inviter qui tu veux.

Je mag iedereen uitnodigen die je wenst.

- Tu peux inviter qui tu veux.
- Vous pouvez inviter qui vous voulez.

We gaan Tom en Mary uitnodigen voor ons Halloweenfeestje.

Nous allons inviter Tom et Mary à notre fête de Halloween.

'De goden zullen me binnen uitnodigen, in de dood is er geen zuchten.

«Les dieux m'inviteront à entrer, dans la mort il n'y a pas de soupir.

Als mijn huis een herenhuis was, zou ik iedereen die ik ken uitnodigen voor mijn verjaardagsfeest.

Si ma maison était un grand appartement, j'inviterais tous ceux que je connais à mon anniversaire.