Translation of "Langzaam" in French

0.011 sec.

Examples of using "Langzaam" in a sentence and their french translations:

- Ga langzaam.
- Loop langzaam.
- Ga langzaam!
- Ga langzaam vooruit.
- Wandel langzaam.

- Marche lentement.
- Marchez lentement.
- Marchez doucement.

- Langzaam!
- Langzaam aan!

Tout doucement !

- Rij langzaam.
- Rij langzaam!

Conduis lentement.

- Eet langzaam!
- Eet langzaam.

Mange lentement.

- Spreek langzaam!
- Spreek langzaam.

Parle lentement !

Langzaam!

Lentement !

Langzaam.

Lentement.

- Loop langzaam.
- Ga langzaam!
- Loop rustig door.
- Ga langzaam vooruit.
- Wandel langzaam.

- Marchez lentement.
- Marchez doucement.

- Langzaam alsjeblieft.
- Langzaam aan, alsjeblieft.

- Lentement, s'il vous plaît.
- Doucement, s'il te plaît.

- Adem langzaam uit!
- Langzaam uitademen!

- Expirez lentement !
- Expire lentement !

- U liep langzaam.
- Jullie liepen langzaam.

Vous marchiez lentement.

- Het groeide langzaam.
- Hij groeide langzaam.

Il crût lentement.

Werk langzaam.

- Travaille lentement !
- Travaillez lentement !

Eet langzaam.

Mange tes repas lentement.

Ga langzaam.

Va doucement !

Langzaam alsjeblieft.

- Doucement, s'il te plaît.
- Doucement, je te prie.

Spreek langzaam!

- Parle lentement !
- Parlez lentement !

Sterf langzaam!

- Crève à petit feu !
- Crève lentement !
- Meurs lentement !

Loop langzaam!

- Cours lentement !
- Avance doucement !

Spreek langzaam.

Parlez lentement !

Ga langzaam!

- Marchez doucement.
- Marchez lentement !
- Marche lentement !

Rij langzaam!

Conduis lentement !

Eet langzaam!

Mange lentement.

- Langzaam.
- Langzaamaan.

Lentement.

Praat langzaam.

- Parlez lentement.
- Parle lentement.

Heel erg langzaam.

très, très lentement.

Ze sterft langzaam...

Elle dépérit lentement

- Rustig aan!
- Langzaam!

- Pas si vite !
- Doucement !

Hij loopt langzaam.

Il marche lentement.

Slakken bewegen langzaam.

- Les escargots se déplacent lentement.
- Les escargots se meuvent lentement.

Tom leest langzaam.

Tom lit lentement.

Tom vertaalt langzaam.

Tom traduit lentement.

Maria gaat langzaam.

Marie marche lentement.

Haast je langzaam.

- Hâte-toi lentement.
- Hâtez-vous lentement.

Tom schrijft langzaam.

Tom écrit lentement.

Spoed u langzaam!

Dépêchez-vous lentement !

Jullie gaan langzaam.

Vous marchez lentement.

Ik eet langzaam.

Je mange lentement.

Zij gaat langzaam.

Elle marche lentement.

Hij liep langzaam.

Il marchait lentement.

Ik liep langzaam.

Je marchais lentement.

Je liep langzaam.

Tu marchais lentement.

Zij liep langzaam.

Elle marchait lentement.

We liepen langzaam.

Nous marchions lentement.

Ze liepen langzaam.

- Ils marchaient lentement.
- Elles marchaient lentement.

Tom eet langzaam.

Tom mange lentement.

Hij beweegt langzaam.

Il avance lentement.

Tom spreekt langzaam.

Tom parle lentement.

Ze werkt langzaam.

Elle travaille lentement.

Tegelijkertijd beweegt ze langzaam.

Tout en s'éloignant lentement.

Spreek langzaam en duidelijk.

- Parle lentement et clairement.
- Parlez lentement et distinctement.

Mijn oma praat langzaam.

Ma grand-mère parle lentement.

Mijn moeder spreekt langzaam.

Ma mère parle lentement.

Ze gingen langzaam vooruit.

Ils ont avancé lentement.

De gletsjer beweegt langzaam.

Le glacier se déplace lentement.

- Traag alstublieft.
- Langzaam alsjeblieft.

- Doucement, je vous prie.
- Doucement, s'il te plaît.
- Doucement, je te prie.

Ik leer Iers langzaam.

J'apprends l'irlandais doucement.

Deze tractor rijdt langzaam.

Ce tracteur avance lentement.

- Haastige spoed is zelden goed.
- Haast je langzaam.
- Haast u langzaam.

- Hâte-toi lentement.
- Hâtez-vous lentement.

Doe langzaam je ogen dicht

Vous pouvez fermer vos yeux

Ik opende de deur langzaam.

J'ai ouvert la porte lentement.

Boeken die langzaam gelezen moeten worden

des livres écrits pour être lus lentement,

...zodat de steen langzaam weg beweegt.

et la pierre s'éloigne lentement.

Ze bewoog slecht. Langzaam, heel zwak.

Elle se déplaçait tant bien que mal. Lentement et fébrilement.

- Traag, a.u.b.
- Traag alstublieft.
- Langzaam alsjeblieft.

- Doucement, je vous prie.
- Doucement, s'il te plaît.

De pijn wordt nu langzaam minder.

La douleur commence à s'estomper.

- Tom rijdt langzaam.
- Tom rijdt traag.

Tom conduit lentement.

En heel langzaam lukte dat ook.

et, lentement, avec le temps, mon état s'est amélioré,

- Slakken zijn traag.
- Slakken zijn langzaam.

Les escargots sont lents.

- Tom werkt langzaam.
- Tom werkt traag.

- Tom travaille lentement.
- Tom travaille à petits pas.

Ze verdween langzaam in het nevelige bos.

Elle disparut lentement dans la forêt brumeuse.

De zon verdween langzaam onder de horizon.

Le soleil disparut lentement sous l'horizon.

De Roemenen uit Transsylvanië spreken heel langzaam.

Les Roumains de Transylvanie parlent très lentement.