Translation of "Wandelen" in English

0.066 sec.

Examples of using "Wandelen" in a sentence and their english translations:

Ga wandelen!

Go take a walk.

- Ik ben gaan wandelen.
- Ik ging wandelen.

I went hiking.

Ze ging wandelen.

She went out for a walk.

Hij ging wandelen.

He went on a walk.

Laat ons wandelen.

Let's walk.

Ik ging wandelen.

I took a walk.

Ga eens wandelen!

Take a walk.

Zullen we gaan wandelen?

Shall we go for a walk?

Wil je echt wandelen?

Do you really want to walk?

Ik kan amper wandelen.

I can hardly walk.

Willen jullie gaan wandelen?

- Do you feel like taking a walk?
- Do you guys want to walk?

Kan ik gaan wandelen?

Can I go for a walk?

Ze gaat graag alleen wandelen.

- She likes to go walking by herself.
- She likes to walk alone.

Wil je misschien gaan wandelen?

Would you like to go for a walk?

Hij gaat kennelijk graag wandelen.

He must like taking walks.

Mag ik buiten gaan wandelen?

May I go out for a walk?

Mijn opa houdt van wandelen.

My grandfather likes to walk.

Tom moet van wandelen houden.

- Tom must like walking.
- Tom must like to walk.

- Ik bleef lopen.
- Ik ben blijven lopen.
- Ik ben blijven wandelen.
- Ik bleef wandelen.

Keep walking.

Hij is buiten aan het wandelen.

He's out taking a walk.

Ik stelde voor te gaan wandelen.

I suggested going for a walk.

Deze twee vrienden wandelen altijd samen.

These two friends are always together.

Maria ging wandelen met haar hond.

Mary took her dog for a walk.

- We zullen wandelen.
- We zullen stappen.

We'll walk.

Ik ga wandelen met mijn zoon.

I'm going to go for a walk with my son.

- Wandelen jullie?
- Gaan jullie op trektocht?

Do you hike?

Hij bleef verder wandelen in de regen.

He walked on and on in the rain.

Ik had zin om te gaan wandelen.

I felt like going out for a walk.

Ik las een boek tijdens het wandelen.

I was reading a book while walking.

Vissen, jagen, wandelen en skiƫn zijn populair.

Fishing, hunting, hiking and skiing are popular.

Ga je vaak op je eentje wandelen?

Do you often go for walks alone?

Ik kan niet zo snel wandelen als hij.

I am unable to walk as fast as he can.

Zijn jullie allemaal klaar om te gaan wandelen?

Are you all ready to go hiking?

We zijn van plan morgen te gaan wandelen.

We plan to go hiking tomorrow.

- Laat ons wandelen.
- Laten we een wandeling maken!

Let's walk.

Soms voel ik me moe van het wandelen.

Sometimes I feel tired of walking.

We wandelen langs de oever van het meer.

We walk along the lakeside.

Tom en Mary gingen samen een stukje wandelen.

Tom and Mary took a stroll together.

Dit is het beste seizoen om te wandelen.

This is the best season for hiking.

Wij willen gaan wandelen maar het regent pijpenstelen.

We want to go for a walk, but it's raining cats and dogs.

- Ik zou kunnen lopen.
- Ik zou kunnen wandelen.

I could walk.

Laten we na het eten langs het strand wandelen.

Let's walk on the beach after dinner.

Hij stond hen toe in de tuin te wandelen.

He permitted them to walk in the garden.

Wil je graag met mij in het park wandelen?

Would you like to take a stroll around the park with me?

We kunnen 's nachts niet in het park wandelen.

We can't wander around the park at night.

Op een zonnige dag in april ging ik wandelen.

One sunny day in April, I went out for a walk.

Toen het ophield met regenen, ging hij buiten wandelen.

When the rain stopped, he went out for a walk.

Ik heb een appel gegeten voordat ik ging wandelen.

I ate an apple before I went for a walk.

Ik ga niet fietsen maar wandelen in mijn vakantie.

- I won't ride my bike during my vacation, but I will go for walks.
- I won't ride my bike on my holidays, but I will go for walks.

We gingen wandelen langs de oever van het meer.

- We walked along the shore of the lake.
- We went walking on the shore of the lake.

- Het maakt me niet uit om in de regen te wandelen.
- Ik vind het niet erg om in de regen te wandelen.

It doesn't bother me to walk in the rain.

Ik deed mijn klimschoenen uit en begon terug te wandelen.

I took off my tight climbing shoes and started hiking back down,

Waarom zeg je dat je in het park wilt wandelen?

Why are you saying you want to walk in the park?

Ik had de gewoonte 's morgens vroeg te gaan wandelen.

I used to take a walk early in the morning.

Ik zou liever wandelen dan naar de film te kijken.

I'd rather go for a walk than see the movie.

- We lopen in het park.
- We wandelen in het park.

We're walking in the park.

Laten we gaan wandelen nadat het opgehouden is met regenen.

Let's go for a walk after it stops raining.

Het maakt me niet uit om in de regen te wandelen.

It doesn't bother me to walk in the rain.

Ik ging buiten wandelen om wat frisse lucht in te ademen.

- I went for a walk to get some air.
- I went out for a walk to get some fresh air.