Translation of "Reizen" in English

0.007 sec.

Examples of using "Reizen" in a sentence and their english translations:

Ik wil reizen.

I want to travel.

Reizen is leuk.

It's fun to travel.

We reizen licht.

We travel light.

Ik hou van reizen.

- I like traveling.
- I like to travel.

Hou je van reizen?

- Do you like to travel?
- Do you like trips?

Reizen is heel leuk.

Traveling is a lot of fun.

We reizen naar Barcelona.

We are traveling to Barcelona.

Tom houdt van reizen.

- Tom likes traveling.
- Tom likes to travel.
- Tom loves traveling.
- Tom loves to travel.

Veel mensen reizen graag.

Many people like to travel.

Laten we samen reizen.

Let's travel together.

Wanneer kan ik reizen?

When can I travel?

Tom hield van reizen.

Tom loved to travel.

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

- He has a great fancy for travelling.
- He loves traveling.
- He loves taking trips.
- He really likes traveling a lot.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?
- Houdt u van reizen?

Do you like to travel?

Velen van jullie reizen niet veel en reizen niet al te ver.

Many of you don't travel much and don't travel too far.

Ik wil met je reizen.

I want to travel with you.

Ik wil naar Australië reizen.

I want to travel to Australia.

Hij is dol op reizen.

- He loves traveling.
- He loves taking trips.

Tom houdt niet van reizen.

Tom doesn't like to travel.

Ik zou graag alleen reizen.

- I would like to travel alone.
- I'd like to travel alone.

Wees voorzichtig tijdens het reizen.

Be careful while traveling.

Sami kon naar Egypte reizen.

Sami was able to travel to Egypt.

"Ik wil gaan studeren en reizen

"I want to go to college and travel

Ik wil rond de wereld reizen.

I want to travel around the world.

Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.

- Travelling is easy these days.
- Traveling is easy these days.

Ik zou graag alleen willen reizen.

- I would like to travel alone.
- I'd like to travel alone.

Ik wil naar de maan reizen.

I want to travel to the moon.

Hij houdt echt veel van reizen.

He really likes traveling a lot.

Hij is gewend om te reizen.

He's accustomed to traveling.

Esperantisten reizen vaak naar vreemde landen.

Esperantists often travel to foreign countries.

- Hij houdt er echt van om veel te reizen.
- Hij houdt echt veel van reizen.

- He has a great fancy for travelling.
- He really likes traveling a lot.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.
- U bent te jong om alleen te reizen.

You are too young to travel alone.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.

You are too young to travel alone.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?

Do you like to travel?

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

- Tom likes traveling.
- Tom likes going on trips.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

I like to travel.

We gaan volgende maand naar Estland reizen.

We're going to travel to Estonia next month.

Morgen reizen Tom en ik naar Boston.

Tomorrow Tom and I are going to Boston.

Jaarlijks reizen er veel mensen naar Italië.

- Many people visit Italy every year.
- Many people travel to Italy each year.

Nooit reizen leidt tot een star wereldbeeld.

Never travelling leads to an insular worldview.

En als mijn reizen me iets hebben bijgebracht,

and if my travels have taught me anything,

Ik probeer te reizen met maar één koffer.

I try to travel with only one suitcase.

Je bent te jong om alleen te reizen.

You are too young to travel alone.

De reizen naar de eilanden zijn niet goedkoop.

The trips to the islands are not cheap.

U bent te jong om alleen te reizen.

You are too young to travel alone.

Mijn droom is, ooit naar Japan te reizen.

My dream is to go to Japan someday.

Met haar Nederlandse paspoort kon ze gemakkelijk reizen.

Her Dutch passport allowed her to travel easily.

Met zijn Nederlandse paspoort kon hij gemakkelijk reizen.

His Dutch passport allowed him to travel easily.

Ze droomt ervan om rond de wereld te reizen.

Her dream is to travel around the world.

Hij houdt er echt van om veel te reizen.

He really likes traveling a lot.

Mijn broer is oud genoeg om alleen te reizen.

My brother is big enough to travel alone.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

- He likes traveling and so do I.
- He likes to travel. I do, too.

Naar welke plaatsen zoudt ge willen reizen? Hoe? Waarom?

What places are you planning to visit in your travels? And how? And why?

Mijn droom is om in een spaceshuttle te reizen.

My dream is to travel in a space shuttle.

"Gullivers reizen" werd door een beroemde Engelse auteur geschreven.

Gulliver's Travels was written by a famous English writer.

- Tijdreizen is onmogelijk.
- Reizen door de tijd is onmogelijk.

Time travel is impossible.

U bent te jong om helemaal alleen te reizen.

You're too young to travel by yourself.

Door de ruimte reizen is niet langer een droom.

Space travel is no longer a dream.

Mijn ouders raadden me af om alleen te reizen.

My parents persuaded me not to travel alone.

Tom houdt er niet van om alleen te reizen.

Tom doesn't like traveling alone.

Vroeger waren de mensen gewend te voet te reizen.

People used to travel on foot.

Is het mogelijk om met weinig geld te reizen?

Is it possible to travel with little money?

Tom zei dat hij niet met Mary wil reizen.

Tom said he didn't want to travel with Mary.

Elk jaar reizen ze duizenden kilometers om hier te komen.

Every year, they travel thousands of kilometers to get here.

Ik vind het leuk om met de trein te reizen.

- I like to travel by train.
- I like traveling by train.
- I like travelling by train.