Translation of "Overleden" in English

Hij is overleden.

- She is dead.
- It's dead.
- He is dead.
- She has died.

Tom is overleden.

Tom passed away.

Zij is overleden.

She passed away.

Ze zijn overleden.

They died.

Mennad is overleden.

Mennad passed away.

Yanni is overleden.

Yanni died.

Hij is gisteren overleden.

He died yesterday.

Die persoon is overleden.

That person died.

Haar vader is overleden.

Her father died.

Hij is onlangs overleden.

- He died lately.
- He died recently.

Je hond is overleden.

Your dog is dead.

Wanneer is hij overleden?

When did he die?

Wanneer is zij overleden?

When did she die?

Lincoln is in 1865 overleden.

Lincoln died in 1865.

- Zij is overleden.
- Ze stierf.

She died.

Tom is vorig jaar overleden.

Tom died last year.

Tom is afgelopen jaar overleden.

Tom passed away last year.

Uw moeder is gisteren overleden.

Your mother died yesterday.

Ze is vorige week overleden.

She died last week.

Tom is overleden aan kanker.

Tom died of cancer.

Mijn ouders zijn allebei overleden.

Both my parents have died.

Sami's geliefde chihuahua is overleden.

Sami's beloved chihuahua has died.

- Ze stierven.
- Ze zijn overleden.

They died.

Liz is al acht jaar overleden.

Liz has been dead for eight years.

De overleden heer Schmidt was geneesheer.

The late Mr Smith was a doctor.

Haar moeder is vorig jaar overleden.

Her mother passed away last year.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

His brother passed away last month.

- Tom is gestorven.
- Tom is overleden.

Tom has passed away.

Deze professor is vorig jaar overleden.

That professor died last year.

Tom is anderhalf jaar geleden overleden.

Tom died a year and a half ago.

Ze is twee dagen geleden overleden.

She passed away two days ago.

Haar vader is vorige week overleden.

Her father passed away last week.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

His father died last year.

Ze hebben haar overleden echtgenoot begraven.

They buried her dead husband.

Tom is aan een slangenbeet overleden.

Tom was killed by a snakebite.

Tom is in zijn slaap overleden.

Tom died in his sleep.

- Hij is overleden.
- Hij is dood

- He is dead.
- He's dead.

Drie van mijn kinderen zijn overleden.

Three of my children died.

Hij is drie jaar geleden overleden.

He died three years ago.

- Tom is deze morgen om twee uur dertig overleden.
- Tom is vanmorgen om half drie overleden.

Tom died this morning at 2:30.

Maar zij was drie weken daarvoor overleden.

but she had died three weeks earlier.

De kat is zojuist naast mij overleden.

The cat has just passed by beside me.

De oude man is vorige week overleden.

The old man died last week.

Mijn vader is twee jaar geleden overleden.

My father passed away two years ago.

Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.

My grandfather died three years ago.

De moeder van onze collega is overleden.

Our colleague's mother passed away.

Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.

My uncle died of cancer of the stomach yesterday.

Ineens dacht ik aan mijn overleden moeder.

I suddenly thought of my dead mother.

- Er is iemand gestorven.
- Iemand is overleden.

- Someone has died.
- Somebody has died.

De hond van de buren is overleden.

The neighbors' dog passed away.