Translation of "Geld" in English

0.099 sec.

Examples of using "Geld" in a sentence and their english translations:

Geld lenen kost geld!

It costs money to borrow money!

- Hebt u geld?
- Heeft hij geld?
- Heeft zij geld?

- Does she have money?
- Does he have money?

- Ze gaf geld.
- Zij gaf geld.
- Ze heeft geld gegeven.
- Zij heeft geld gegeven.

She gave money.

- Hij heeft geld.
- Hij bezit geld.

- He is in the money.
- He has money.

- Geef ze geld.
- Geef hen geld.

Give them money.

Steel geld.

- Steal the money.
- Steal money.

- Heb je geld?
- Heb je wat geld?

- Do you have any money with you?
- Do you have any money?
- Do you have some money?
- Do you have money?
- Have you got some money?

- Hoeveel geld wil je?
- Hoeveel geld wilt u?
- Hoeveel geld willen jullie?

How much money do you want?

- Heb je geld nodig?
- Hebt u geld nodig?
- Heeft u geld nodig?

Do you need money?

- Ik had geld nodig.
- Hij had geld nodig.
- Zij had geld nodig.

- I needed the money.
- He needed the money.
- I needed money.
- I needed cash.

- Heeft ze geld nodig?
- Heeft hij geld nodig?
- Heeft u geld nodig?

Do you need money?

- Geld maakt niet gelukkig.
- Geld koopt geen geluk.
- Geld kan geen geluk kopen.

- Money cannot buy happiness.
- Money can't buy happiness.
- You cannot buy happiness.
- One does not buy happiness.
- Money doesn't buy happiness.
- You can't buy happiness.

- Zij heeft geld nodig.
- Ze heeft geld nodig.

She needs money.

- Hoeveel geld hebt ge?
- Hoeveel geld heb je?

- How much money do you have?
- How much cash do you have?

- Hij vroeg om geld.
- Zij vroeg om geld.

He asked for money.

- Hebt u geld nodig?
- Heeft u geld nodig?

Do you need money?

- Zij heeft veel geld.
- Hij heeft veel geld.

She has a lot of money.

- Vraag voor meer geld.
- Vraag om meer geld.

Ask for more money.

- Ze hebben geld nodig.
- Jullie hebben geld nodig.

- You need money.
- They need money.

Ik heb geld.

I have money.

Te veel geld?

Too much money?

Het geld verdween.

The money disappeared.

Geld stinkt niet.

Money does not smell.

Ik wil geld.

I want money.

Heb je geld?

- Do you have any money?
- Do you have money?

Tom wil geld.

Tom wants money.

Tom wilde geld.

Tom wanted money.

Iedereen wil geld.

Everyone wants money.

Tijd is geld.

Time is money.

Ik leen geld.

I borrow money.

Geld is macht.

Money is power.

Hij bezit geld.

He has money.

Tom heeft geld.

Tom has money.

Vraag geen geld.

Don't ask for money.

Wil je geld?

Do you want money?

Hij spaarde geld.

- He saved money.
- He was saving money.

Jij hebt geld.

You have money.

Geef hen geld.

Give them money.

Maakt geld gelukkig?

Does money bring happiness?

- Hij eiste veel geld.
- Hij vroeg om veel geld.

He asked for a lot of money.

- Ik ben mijn geld vergeten.
- Ik vergat mijn geld.

I forgot my money.

- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.

- He has a lot of money.
- He has lots of money.

- Ik heb geen geld vandaag.
- Vandaag zit ik zonder geld.
- Vandaag heb ik geen geld.

I have no money today.

- Jullie hebben het geld nodig.
- U hebt het geld nodig.
- U heeft het geld nodig.

- You need the money.
- You guys need the money.

- Het draait allemaal om geld.
- Het gaat allemaal om geld.

It's all about money.

- Soms geraakt mijn geld op.
- Soms zit ik zonder geld.

Sometimes I run out of money.

- Hij is veel geld schuldig.
- Hij is veel geld verschuldigd.

He owes a lot of money.

- Zij is veel geld schuldig.
- Zij is veel geld verschuldigd.

She owes a lot of money.

- Jij vergeet altijd jouw geld.
- Je vergeet altijd je geld.

You always forget your money.

Sociaal plastic is geld,

Social plastic is money,

...maar aan hun geld.

with their money.

Alleen geld was schaars.

Only money was scarce.

Zij heeft veel geld.

She has a lot of money.

Heb je geen geld?

- Haven't you got any money?
- Don't you have any money?

Geef me je geld.

Give me your money.

Het is verspild geld.

- It's money down the drain.
- That is money down the drain.
- That's money down the drain.

Er is veel geld.

There is a lot of money.

Verspil je geld niet.

Don't waste your money.

Hoeveel geld heeft hij?

How much money does he have?

Geld regeert de wereld.

Money talks.

Heb je het geld?

- Have you got the money?
- Do you have the money?

We hebben geld nodig.

We need money.