Translation of "Dringend" in English

0.006 sec.

Examples of using "Dringend" in a sentence and their english translations:

Het is dringend.

It's urgent.

Het was dringend.

It was urgent.

Het is dringend!

It's urgent!

- Ik moet dringend gaan pissen.
- Ik moet dringend gaan plassen.

I'm bursting for a pee.

Is het zo dringend?

Is it that urgent?

Het is niet dringend.

- It's not urgent.
- It isn't urgent.

Je hebt dringend vakantie nodig.

You desperately need a vacation.

Ik moet dringend gaan pissen.

- I've gotta take a piss.
- I really gotta piss.

De zaak is heel dringend.

This matter is very urgent.

Kom, schiet op! Het is dringend.

Come on, hurry up! It's urgent.

Ik denk dat dat dringend is.

- That sounds urgent.
- I think that's urgent.
- I think that that's urgent.

De kinderen moeten dringend naar bed.

The children need to go to bed immediately.

Er is dringend behoefte aan herzieningen.

There is an urgent need for revisions.

Er is dringend behoefte aan water.

- Water is urgently needed.
- Water is needed urgently.

Ik heb echt heel dringend geld nodig.

I really need money urgently.

Vlug! Tom zegt dat het dringend is.

Hurry! Tom says it's urgent.

We moeten hier dringend iets aan doen.

We need to do something about this right away.

We moeten nu dringend deze katastrofische schade omkeren.

We must now urgently reverse imminent catastrophic environmental damage.

Hij heeft echt heel dringend het geld nodig.

He's in desperate need of the money.

Tom verzocht Mary dringend om op te stappen.

Tom urged Mary to resign.

De hongerlijders in Afrika hebben dringend hulp nodig.

Those who are suffering from hunger in Africa need urgent help.

We moesten dringend naar de dierenarts met onze hond.

We had to rush our dog to the vet.

- Ik moet echt iemand slaan.
- Ik moet dringend iemand raken.

I really need to hit somebody.

Het spijt me, maar ik moet heel dringend naar het toilet.

Sorry, but I need to go to the toilet urgently.

- Tom zegt dat het dringend is.
- Volgens Tom heeft het haast.

- Tom says it's urgent.
- Tom says it is urgent.

- Ze zei dat het belangrijk was.
- Het was dringend, zei ze.

- She said it was important.
- She said that it was important.

- Het is helemaal niet dringend.
- Er is helemaal geen haast bij.

There's absolutely no need to rush.

Van 17 schepen per dag, allemaal boordevol dringend nodige voedsel en benodigdheden.

We moeten hem dringend naar het ziekenhuis brengen, hij is zwaar gewond.

We have to rush him to the hospital. He's badly injured.