Translation of "Bloemen" in English

0.018 sec.

Examples of using "Bloemen" in a sentence and their english translations:

Bloemen bloeien.

Flowers bloom.

- Bloemen zijn geel.
- De bloemen zijn geel.

- Flowers are yellow.
- The flowers are yellow.

- Sami plantte bloemen.
- Sami heeft bloemen geplant.

Sami planted flowers.

- Sami bestelde bloemen.
- Sami heeft bloemen besteld.

Sami ordered flowers.

- Jij hebt twee bloemen.
- U heeft twee bloemen.
- Jullie hebben twee bloemen.

You have two flowers.

- Interesseren bloemen u?
- Interesseer je je voor bloemen?

Are you interested in flowers?

- Er waren overal bloemen.
- Overal waren er bloemen.

There were flowers everywhere.

Bloemen zijn hard.

Flowers are hard.

Zij plukte bloemen.

She picked flowers.

Interesseren bloemen u?

Are you interested in flowers?

Hij kocht bloemen.

He bought flowers.

Tom plukt bloemen.

Tom is picking flowers.

Bloemen zijn geel.

Flowers are yellow.

Ik koop bloemen.

I buy flowers.

Zij verkoopt bloemen.

She sells flowers.

Bloemen praten niet.

Flowers do not talk.

Ik verkoop bloemen.

I sell flowers.

Tom kocht bloemen.

Tom bought flowers.

Tom verkoopt bloemen.

Tom sells flowers.

Hij verkoopt bloemen.

He's selling flowers.

Ik kocht bloemen.

I bought flowers.

Neem deze bloemen.

Take these flowers.

Rozen zijn bloemen.

Roses are flowers.

Sami plantte bloemen.

Sami planted flowers.

Sami bestelde bloemen.

Sami ordered flowers.

- De bloemen zijn alle verwelkt.
- De bloemen zijn allemaal verwelkt.

The flowers have all withered.

- Hoeveel gele bloemen zijn daar?
- Hoeveel gele bloemen zijn er?

How many yellow flowers are there?

- Geef de bloemen alsjeblieft water.
- Geef de bloemen alstublieft water.

Please water the flowers.

Vader geeft bloemen water.

Father is watering flowers.

Bloemen trekken bijen aan.

Flowers attract bees.

Bloemen zijn altijd welkom.

Flowers are always acceptable.

Wat een mooie bloemen!

What lovely flowers!

Hoeveel bloemen koop je?

- How many flowers do you buy?
- How many flowers are you buying?

Er waren hier bloemen.

There were flowers here.

Waarom teken je bloemen?

Why are you drawing flowers?

Die bloemen zijn mooi.

Those flowers are beautiful.

Bloemen sterven zonder water.

- Flowers die if they don't have water.
- Flowers die without water.

Deze bloemen zijn prachtig.

These flowers are beautiful.

Xochipepe houdt van bloemen.

Xochipepe likes flowers.

Ik kocht negen bloemen.

I bought nine flowers.

Bloemen maken haar blij.

Flowers make her happy.

Ik heb veel bloemen.

I have a lot of flowers.

Ik hou van bloemen.

I love flowers.

Tom houdt van bloemen.

Tom loves flowers.

Dit zijn gele bloemen.

These are yellow flowers.

Het kind schilderde bloemen.

The child painted flowers.

Dit zijn mooie bloemen.

These are beautiful flowers.

Mary ziet paarse bloemen.

Mary sees purple flowers.

Hij heeft rode bloemen.

He has red flowers.

Ik kan bloemen ruiken.

I can smell flowers.

Zij houdt van bloemen.

She loves flowers.

De bloemen zijn rood.

The flowers are red.

De bloemen waren rood.

The flowers were red.

Zonnebloemen zijn mooie bloemen.

Sunflowers are beautiful flowers.

Ik heb bloemen meegenomen.

I brought flowers.

Bedankt voor de bloemen.

- Thank you for the flowers.
- Thanks for the flowers.
- Thank you for the flowers!

Zijn deze bloemen echt?

Are these flowers real?

De bloemen zijn geel.

- Flowers are yellow.
- The flowers are yellow.

Sami had bloemen nodig.

Sami needed flowers.

Sami haat deze bloemen.

Sami hates these flowers.

Rozen zijn mooie bloemen.

Roses are pretty flowers.

Tom stuurde Maria bloemen.

Tom sent Mary flowers.