Translation of "Geplant" in English

0.004 sec.

Examples of using "Geplant" in a sentence and their english translations:

Heb je komkommers geplant?

Have you planted pumpkins?

Zij hebben appelbomen geplant.

They planted apple trees.

Hij heeft bomen geplant.

He planted trees.

Sami heeft bomen geplant.

Sami planted trees.

Tom heeft lavendel geplant.

Tom planted some lavender.

Sami heeft bloemen geplant.

Sami planted flowers.

Wie heeft de boom geplant?

Who planted the tree?

Waar heb je ze geplant?

Where did you plant them?

Zij hebben deze bomen geplant.

They planted these trees.

We hebben een boom geplant.

We planted a tree.

Tom heeft deze bloemen geplant.

Tom planted these flowers.

Tom heeft een schaduwboom geplant.

Tom planted a shade tree.

Tom heeft deze boom geplant.

Tom planted this tree.

- Deze bomen zijn door hen geplant.
- Het zijn zij die deze bomen geplant hebben.

These trees were planted by them.

Heb je ooit een boom geplant?

Have you ever planted a tree?

Deze bomen zijn door hen geplant.

These trees were planted by them.

- Hij plantte bomen.
- Hij heeft bomen geplant.

He planted trees.

- Sami plantte bloemen.
- Sami heeft bloemen geplant.

Sami planted flowers.

Ik heb een appelboom geplant in mijn tuin.

- I planted an apple tree in my garden.
- I planted an apple tree in my yard.

- Tom heeft een boom geplant.
- Tom plantte een boom.

Tom planted a tree.