Translation of "Basketbal" in English

Ze speelde basketbal.

She played basketball.

Ik speel basketbal.

I play basketball.

- Waarom speel je graag basketbal?
- Waarom speelt u graag basketbal?

Why do you like playing basketball?

Mike speelt graag basketbal.

Mike likes to play basketball.

Ik speel graag basketbal.

- I like to play basketball.
- I like playing basketball.

Basketbal spelen is leuk.

Playing basketball is fun.

Basketbal is heel boeiend.

Basketball is very entertaining.

Ze heeft vroeger basketbal gespeeld.

She used to play basketball.

Houdt je broer van basketbal?

Does your brother like basketball?

Tom houdt erg veel van basketbal.

Tom likes basketball a lot.

Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.

In basketball, tall players have an advantage.

We hebben basketbal gespeeld in de turnzaal.

We played basketball in the gym.

Ik wist niet eens dat je van basketbal hield.

- I didn't even know you liked basketball.
- I didn't even know that you liked basketball.