Translation of "Jou" in Chinese

En met jou, hoe gaat het met jou?

你呢，你怎么样？

Ik wil jou.

我想要你。

Ken ik jou?

我认识你吗？

Ik hoorde jou.

我聽你的。

Wie leert jou Frans?

- 谁教你法语？
- 谁教你们法语？

Wie heeft jou ingehuurd?

誰雇了你？

Goed, en met jou?

挺好。你呢？

Ik werk voor jou.

我為你工作。

Het is van jou?

这是你的吗？

- De wereld draait niet alleen om jou.
- Niet alles draait om jou.

世界不是围着你转的。

Welke hond is van jou?

哪只狗是你的？

Ik hou van jou, schatje.

我愛你，甜心。

Ik heb jou gisteren gezien.

我昨天看见你了。

Welke tas is van jou?

- 哪个是你的杯子？
- 哪个杯子是你的？

Welke hoed is van jou?

哪顶帽子是你的？

Hij is woedend op jou.

他在生你的氣。

Ik zal jou persoonlijk bezoeken.

我会亲自拜访你。

Ik ben gek op jou.

我為你瘋狂。

Ik hou ook van jou.

我也愛你。

Is deze hoed van jou?

这顶帽子是你的吗？

Die van jou is daar.

你的在那儿呢。

Ik heb van jou gedroomd.

我梦到你了。

Dit boek is van jou.

這本書是你的。

Welk boek is van jou?

哪本是你的书？

Ik wil jou graag helpen.

我愿意帮你。

Ik zal jou ook missen.

我也会想你的。

Deze hond is van jou.

这是你的狗。

Ik heb een werkje voor jou.

我有工作給你。

Wat is er met jou gebeurd?

你到底怎么回事嘛

Zonder jou kan ik niet leven.

沒有你我活不下去。

Is die zwarte zak van jou?

那個黑色提包是你的嗎?

Heeft hij jou ten huwelijk gevraagd?

他向你求婚了嗎？

Hier is een brief voor jou.

这是你的信。

Deze regel geldt ook voor jou.

这个规则对你也适用。

Het is wel goed met jou!

你這樣非常好!

Wie heeft dit aan jou gegeven?

那是谁给你的？

Ik zal jou dit boek geven.

我会把这本书给你。

Welke plastic tas is van jou?

哪个包是你的？

Ik heb geen geheimen voor jou.

我對你毫無隱瞞。

Ik ben zo lang als jou.

我跟你一樣高。

- Kennen we je?
- Kennen we jou?

我们认识你么？

Als jij nou zegt: "Ik hou van jou," dan zeg ik dat ook tegen jou.

如果你说：“我爱你。”我也会对你说这三个字。

Zonder jou zou mijn leven zinloos zijn.

如果沒有你，我的人生就會變得空白一片。

Kom, Emilia! Je vader wacht op jou.

快来，Emilia! 你爸爸在等你呢。

Ik zou graag met jou iets bespreken.

我想跟你说点事。

Verwacht niet dat anderen voor jou denken.

- 别指望别人来为你考虑！
- 別指望別人替你思考。

Deze hoed is te klein voor jou.

这顶帽子你戴太小了。

Ik ben het niet met jou eens.

我的看法跟你的不同。

- Wat mankeert jou?
- Wat is jouw probleem?

你怎么了？

- Ik zou het niet doen als ik jou was.
- Als ik jou was, zou ik het niet doen.

如果我是你，我就不做那件事。

- Dat zou ik niet doen als ik jou was.
- Ik zou het niet doen als ik jou was.

如果我是你，我就不做那件事。

Ik ben verbaasd om jou hier te zien.

我很惊讶在这儿看到你。

- Ik hou van je.
- Ik hou van jou.

我爱你。

Ik ben geboren om van jou te houden.

我生来就是为了爱你的。

Ik heb met jou een appeltje te schillen.

有个帐户要结清。

Het gaat goed met me. En met jou?

我很好。你呢？

- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.

汤姆爱你。

Ik hou meer van jou dan van haar.

我爱你胜过她。

Met jou is het hele jaar door zomer.

和你在一起，全年都是夏天。

- Ik hou van je.
- Ik hou van jou!

我爱你。

Wat er ook gebeurt, ik ben voor jou daar.

不管发生什么，我都会在你身边的。

Ik weiger door jou als slaaf behandeld te worden.

我拒绝被你像奴隶一样对待。

Ik hou meer van jou dan jij van mij.

- 我爱你胜过你爱我。
- 我愛你多於你愛我。

Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.

我不是在跟你說話，我在跟猴子說話。

- Ik hoorde jou.
- Ik hoorde jullie.
- Ik hoorde u.

我聽你的。

- De jouwe is daar.
- Die van jou is daar.

你的在那儿呢。

Ik weet niet wat ik zonder jou zou aanvangen.

我不知道如果沒了你我還能做什麼。

- Is dit uw auto?
- Is deze auto van jou?

這是你的車嗎?

Dit is van mij, en dit is van jou.

这是我的，那才是你的。

Het is tijd voor jou om naar bed te gaan.

到了你该去睡觉的时候了。

- Welk boek is van u?
- Welk boek is van jou?

- 哪本是你的书？
- 哪本書是你的？
- 哪本是你們的書？
- 哪本是您的書？
- 哪本書是您的？
- 哪本書是你們的？

- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.

沒有你，我甚麼也不是。

- Ik verwacht niets van jou.
- Ik verwacht niets van u.

我不指望从你身上得到什么。

- Ik ben gek op jou.
- Ik ben gek op jullie.

- 我为你着迷。
- 我為你瘋狂。

Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?

谁能把你的那个石心融化？

Ik wou dat ik bij jou in de buurt kon wonen.

我希望住在你家附近。

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

如果我是一隻小鳥，我就可以飛到你的身邊了。

Ik kan jou niet vertellen hoe je het woord moet uitspreken.

我不知道怎么告诉你这个词的发音。

- Je bent niet van mij.
- Ik ben niets aan jou verplicht.

你不是我的。

We kijken ernaar uit om jou en je familie te zien.

我们很期待见到您和您的家人。

- De wereld draait niet rond u.
- De wereld draait niet alleen om jou.
- Niet alles draait om jou.
- De wereld draait niet alleen om jullie.

世界不是围着你转的。

- Het is van jou?
- Het is van u?
- Het is van jullie?

这是你的吗？

- Wat is er met jou gebeurd?
- Wat is er met je gebeurd?

你发生了什么事？