Translation of "Morgen" in Arabic

0.006 sec.

Examples of using "Morgen" in a sentence and their arabic translations:

- Tot morgen.
- Tot morgen!

أراك غداً.

Kom morgen.

تعالَ غداً.

- Ik zie je morgen?
- Zie ik jullie morgen?
- Zie ik u morgen?
- Zien we elkaar morgen?

هل سوف نلتقي غداً؟

- Ben je morgen vrij?
- Bent u morgen vrij?
- Zijn jullie morgen vrij?

هل أنت غير مشغول غداً؟

Komt hij morgen?

- هل سيصل غدا؟
- هل سيأتي غداً؟

Bel me morgen.

اتصل بي غداً.

- Waarschijnlijk krijgen we morgen sneeuw.
- Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.

غالباً سيهطل الثلج غداً.

- Morgen heb ik een tentamen.
- Morgen heb ik een examen.

عندي اختبار في الغد.

- U moet niet komen morgen.
- Jullie moeten niet komen morgen.

ليس عليك أن تأتي غدًا.

Gaat het morgen regenen?

هل ستمطر غداً؟

Morgen is het Moederdag.

غداً عيد الأم.

Ik kan morgen komen.

بإمكاني القدوم غداً.

Ben je hier morgen?

أنتَ ستكون هنا غداً؟

Morgen is hun huwelijk.

حفل زفافهم غداً.

We zien elkaar morgen.

أراك غداً.

Kom je morgen terug?

هل ستعود غدا؟

Morgen blijf ik thuis.

سأبقى بالبيت غداً.

Morgen is de voetbalwedstrijd.

ماتش كوره القدم غدا.

Misschien komt ze morgen.

لربما جاءت غداً.

- Tot morgen in de bibliotheek.
- Ik zie je morgen in de bibliotheek.

- أراك غداً في المكتبة.
- أراك غداً عند المكتبة.

Morgen is het zaterdag. Zondag.

غداً السبت. الأحد.

Morgen wordt een belangrijke dag.

‫الغد سيكون يوماً عصيباً.‬

Ik zal hem morgen bezoeken.

سأزوره غداً.

Ik zal je morgen bezoeken.

سأزورك غداً.

Ik zal hem morgen helpen.

سأساعده غداً.

Ik zal er morgen zijn.

سأكون هناك غداً.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

أتسوق كل صباح.

Morgen is de conferentie afgelopen.

سينتهي المؤتمر غداً.

Morgen heb ik een tentamen.

لدي امتحان غداً.

Goede morgen dames en heren!

صباح الخير, أيها السيدات والسادة!

Hun huwelijk vindt morgen plaats.

سيقام حفل زفافهم غداً.

Het kan morgen gaan regenen.

ربما ستمطر غداً.

We hebben morgen geen school.

نحن مجازون من المدرسة غدًا.

Ik ga morgen naar Tokio.

سأذهب إلى طوكيو غدا.

Je kunt me morgen bezoeken.

بإمكانك زيارتي غداً.

De premier houdt morgen een persconferentie.

رئيس الوزراء سوف يعقد غداً مؤتمراً صحفياً.

Judy zal morgen over Japan spreken.

ستتحدث جودي عن اليابان غداً.

Morgen landt hij op de maan.

- غداً سيهبط على سطح القمر.
- غداً هو سوف يهبط على القمر.

Bel mij zeker morgen vroeg op.

احرص على أن تتصل بي صباح الغد.

Wie weet wat er morgen gebeurt.

من يعلم ما قد يحص غدًا؟

- Ik ben van plan morgen een mobieltje te kopen.
- Ik ben van plan morgen een gsm te kopen.
- Morgen ga ik een mobieltje kopen.

سأشتري هاتفا خلويا غدا.

Met hem. Ik ben er morgen niet.

معه. لن أكون هنا غداً.

Kunt ge het niet uitstellen tot morgen?

ألا يمكنك أن تأجلها إلى الغد؟

Volgens de radio zal het morgen regenen.

وفقاً للراديو إنها ستمطر غداً.

- Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
- Ik bel ze morgen, wanneer ik weer terug ben.

سأتصل بهم غداً حين أرجع.

Laten we gaan slapen en morgen verder zoeken.

‫لنحصل على قسط من النوم ‬ ‫ونواصل بحثنا في الصباح.‬

Ik weet niet wat ik morgen moet doen.

لا أعرف ما أفعلُهُ غداً.

Nu geven we vorm aan de AI van morgen.

في وقتنا الحالي نحن نشكل الذكاء الاصطناعي للغد.

Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen.

لا تؤجل عمل اليوم إلى الغد.

Stel nooit uit tot morgen wat je overmorgen kunt doen.

لا تؤخر إلى الغد ما يمكن أن تؤخر إلى بعد غد.

- Hij heeft zich overslapen deze morgen.
- Hij heeft zich vanmorgen verslapen.

لقد نام أكثر من المعتاد هذا الصباح.

Laten we eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen is het gedaan.

كل واشرب وكن سعيدا لأننا غدا نموت.

Ik vind het moeilijk om vroeg op te staan op een koude morgen.

من العسير علي أن أصحو باكراً في الايام الباردة .

Wie weet wat voor uitdagingen... ...de jungle morgen nog voor ons in petto heeft.

‫من يدري أي مصاعب ستفاجئنا بها الغابة غداً.‬

Ik zet mijn kinderen iedere morgen bij de school af vooraleer ik ga werken.

أترك أطفالي في المدرسة كل صباح قبل أن أذهب إلى العمل

- Ik ben deze morgen naar de kerk gegaan.
- Vanmorgen ging ik naar de kerk.

ذهبت هذا الصباح إلى الكنسية.

Toen ik nog op de middelbare school zat, stond ik elke morgen om 6 uur op.

عندما كنتُ في الثانويّة، استيقظتُ السادسةَ كل صباح.

De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.

وفي الصباح التالي، خرج ديما من القمامة، لكنه وجد أن كل ملابسه بها رائحة قمامة.