Examples of using "Ucuz" in a sentence and their dutch translations:
Ons eten is goedkoop.
Wortels zijn goedkoop!
Dit is goedkoop.
Ons eten is goedkoop.
Wow! Dat is goedkoop!
Het is spotgoedkoop.
Ons eten is goedkoop.
Het is heel goedkoop.
- Vis is goedkoop vandaag.
- Vis is vandaag goedkoop.
- Het zag er goedkoop uit.
- Het leek goedkoop.
Welke is goedkoper?
Welke is goedkoper?
Goud is niet goedkoop.
We overnachtten in een goedkoop hotel.
Alles is spotgoedkoop.
Maria draagt geen goedkope parfums.
Deze sokken zijn een koopje.
Het is een goedkoop restaurant.
De kaas is niet goedkoop, hij is duur.
Dit is de goedkoopste manier van bouwen...
Het is de goedkoopste van de twee.
Dit is de goedkoopste winkel van de stad.
Het is niet goedkoop om hier te eten.
We overnachtten in een goedkoop hotel.
Alles is echt goedkoop.
- We overnachtten in een goedkoop hotel.
- We hebben in een goedkoop hotel overnacht.
Sinaasappels zijn niet zo goedkoop als bananen.
Deze vis is goedkoop, maar voedzaam.
Het is het seizoen voor paddestoelen, daarom zijn ze zo goedkoop.
- Heb je iets goedkopers?
- Heeft u iets goedkopers?
- Hebben jullie iets goedkopers?
Toon mij een goedkopere alstublieft.
Het is goedkoper deze per dozijn te bestellen.
Heeft u goedkopere kamers?
De paperbackversie is goedkoper.
Ik wil een goedkoop woordenboek kopen.
Goedkoop is duurkoop.
Het is goedkoper als je er met de bus naartoe gaat.
Ergens anders zou het waarschijnlijk goedkoper zijn.
Dit is de goedkoopste methode van allemaal.
Mijn moeder werkte heel hard
Is telefoneren na 9 uur goedkoper?
Het is goedkoop, maar de kwaliteit is niet zo goed.
Zal ik dit woordenboek kopen gewoon omdat het goedkoop is?
Benzine is niet meer zo goedkoop als toen ik met autorijden begon.