Examples of using "Nasılsın" in a sentence and their dutch translations:
Hoi, hoe gaat het?
Hoe gaat het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
Hoi, hoe gaat het?
Hé, hoe gaat het met je?
Hoe gaat het, Tom?
Hoi, hoe gaat het?
Hoe gaat het vandaag met je?
Hoi, hoe gaat het?
Hoe gaat het nu met jullie?
Goedemorgen. Hoe gaat het met je?
Goedemorgen, hoe maakt u het?
„Hoe gaat het met je?” ‑ „Ik mag niet klagen.”
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
Hoi, Bill. Hoe gaat het?
Dag Susan. Hoe gaat het?
Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
En met jou, hoe gaat het met jou?
- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."
Hallo Tom! Hoe gaat het?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Mijn beste Pepe. -Hoe was je reis? Hoe gaat het?
- Hoe gaat het vandaag met je?
- Hoe voelt ge u vandaag?
Hoe gaat het met je? Ik heb je al tijden niet gezien.
"Hoe gaat het, Mike?" "Ik heet Tom."
Hoi, hoe gaat het?
Hallo John! Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?
- Hoe gaat het met je? Heb je een goede reis gehad?
- Goedenavond, hoe maakt u het?
- Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Het heeft geen zin om me te zeggen: "Hallo, hoe gaat het?" als je niets anders te zeggen hebt.