Examples of using "Fotoğrafı" in a sentence and their dutch translations:
- Het is haar foto.
- Het is zijn foto.
- Ik houd van deze foto.
- Ik hou van deze foto.
Tom heeft Mary de foto getoond.
Dit is een foto van de luchthaven.
- Tom heeft een foto van een vlieghaven.
- Tom heeft een foto van een luchthaven.
Iedere keer als ik die foto zie, denk ik aan mijn vader.
Een ingelijste foto van mijn familie hangt boven mijn bureau.
Dit is een foto van ons sterrenstelsel, de Melkweg, vandaag.
Dit is een foto van mijn zus.
- Deze foto heeft hij gemaakt.
- Deze foto heeft hij getrokken.
- Hij heeft deze foto gemaakt.
- Deze foto heeft hij genomen.