Examples of using "Babamı" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga pap vermoorden.
Ik hou van mijn vader.
Ik zou mijn vader willen zien.
Ik weet zeker dat u mijn vader kende.
Zie je mijn vader?
Heb je mijn vader gezien?
Ik hou van mijn vader.
Ik heb m’n vader nooit gekend.
Je kent mijn vader toch niet, of wel?
Ik wil mijn ouders zien.
Dus ging ik naar pap toe.
Ik zou graag mijn ouders zien.
Ik zal je over mijn vader vertellen.
Iedere keer als ik die foto zie, denk ik aan mijn vader.
Deze foto herinnert mij altijd aan mijn vader.
Ik vond mijn vader noch op zijn kamer, noch in de tuin.